Het eindejaarsvuurwerk aan Portus Ganda vangt om 23 uur aan met achtergrond-muziek en de afbeelding van een analoge klok. Omstreeks 23.30 uur gaat de muziek over in luidere sfeermuziek en om 23.55 uur verandert de klok in een aftelklok. Twintig seconden voor middernacht worden enkele kleine vuurpijlen afgeschoten en telt schepen Lieven Decaluwe samen met het publiek af naar het vuurwerkspektakel. Het schrikkeljaar 2012 is het thema voor het eindejaarsvuurwerk en zal zowel in de samenstelling van het vuurwerk als de keuze van de ondersteunende muziek terug te vinden zijn. Om middernacht zullen tienduizend effecten de lucht worden ingeschoten en Gent gedurende twintig minuten doen ‘schrikkelen’.
De afschietplaats bevindt zich op de grasvlakte tussen het poortgebouw en de Sint-Baafsabdij, centraal tegenover de bebouwing aan de zijde van de Groene Kerk. Op deze plek mogen geen toeschouwers staan. De publiekszone bevindt zich aan de Veerkaai, het Veermanplein, het Jules De Vigneplein en ter hoogte van de Nieuwbrugkaai (kades aan de kant van het zwembad Van Eyck). Ook aan de andere zijde, namelijk vanuit het Sint-Baafsdorp kan het vuurwerk bekeken worden en is er een publiekszone voorzien tot aan de achterkant van de groene kathedraal. In deze publiekszones wordt geen particulier vuurwerk toegestaan omwille van veiligheids-redenen. De politie zal controles uitvoeren in de afgebakende publiekszones.
Het vuurwerk vormt geen belemmering voor de jachthavengebruikers, zij kunnen op elk moment hun vaartuigen bereiken. Er mag echter niet gevaren worden binnen de veiligheidsperimeter. De Stad Gent doet een oproep om flessen, bekers en ander materiaal terug mee te nemen naar huis of in de voorziene afvalkorven te gooien. Op die manier wordt het nieuwe jaar gestart in een nette stad. Er wordt ook geadviseerd om huisdieren binnen te houden tijdens de eindejaarsnacht.
Het artistiek vuurwerk werd gegund aan de Groep Vangelabbeek uit Lanaken, die op artistiek vlak de meeste creativiteit bood. De Groep Vangelabbeek zorgde de voorbije twee jaar ook al voor het eindejaarsvuurwerk in Gent en was in het verleden verantwoordelijk voor onder andere de vuurwerken Gala de la Croix Rouge Monégasque 1999, EK Euro 2000 Amsterdam en de concerten André Rieu Maastricht 2005. Ze behaalden de tweede prijs en de publieksprijs tijdens het vuurwerkfestival in Moskou in 2002. De Groep Vangelabbeek beschikt over een ISO 9001 attest en maakte een uitgebreid, professioneel veiligheidsplan. Het vuurwerk komt voor 90% uit China en voldoet aan de Fair Tradenormen.
zaterdag 31 december 2011
Eindejaarsvuurwerk aan Portus Ganda doet Gent schrikkelen
donderdag 29 december 2011
Aantal Tax-on-Web aangiftes zit in de lift
Tax-on-Web en de eID zijn duidelijk 2 succesverhalen die elkaar versterken. Tax-on-Web moet u vast en zeker niet meer worden voorgesteld: ieder jaar maken meer burgers gebruik van deze succesvolle e-government: 3.101.105 of meer dan de helft van alle aangiften werden dit jaar via Tax-on-web geregistreerd. De eID moeten we u uiteraard ook niet meer voorstellen. Sinds oktober 2009 heeft iedere Belg ouder dan 12 zijn elektronische identiteitskaart op zak.
Vanaf het ontstaan van Tax-on-web bestond de mogelijkheid om te registreren via een token of via de eID. Daar waar in 2006 slechts 2,3% van de burgers inlogde met hun eID, was dat dit jaar voor het eerst meer dan 50%! Dat het gebruik van Tax-on-web en dat van de eID samen in de lift zitten is niet toevallig. Achter beide toepassingen schuilt immers dezelfde filosofie. Financiën wil het voor de belastingplichtige zo eenvoudig mogelijk maken om zijn fiscale aangifte in te dienen. Tax-on-web zorgt voor de administratieve vereenvoudiging en het gebruikerscomfort. De belastingplichtige kan snel en eenvoudig, waar en wanneer het hem past, zijn aangifte online en op een veilige manier indienen. Ook voor de fiscus zelf heeft deze werkwijze een groot voordeel want de aangiften zijn juister (geen risico meer op manuele fouten) en kunnen sneller worden verwerkt.
“Bij de aanvang van TOW hebben we gemerkt dat de beveiliging en de eenvoud van de toegang tot de toepassing voor veel belastingplichtigen een bezorgdheid was. De eID was toen nog minder verspreid en minder ingeburgerd. De belastingplichtige kan van bij het begin gebruik maken van een token maar we zien duidelijk dat de toename in het gebruik van TOW en de toename van het gebruik van eID een gelijke trend volgen. De token wordt nog veel gebruikt, maar de eID is die razendsnel aan het bijbenen!” legt dhr. Carlos Six, Administrateur-generaal van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit ons uit. Dhr. Louis Collet, stafdirecteur ICT van de FOD Financiën pikt hierop in: “Ook bij de ontwikkeling van een dergelijke cruciale egovernment toepassing is het voor ons interessant gebruik te kunnen maken van een bewezen technologie die ons de veiligheid biedt die noodzakelijk is. Ook voor BizTax, de nieuwe elektronische aangifte van de vennootschapsbelasting, of voor het persoonlijke portaal My Minfin maken we graag gebruik van de eID mogelijkheden om de belastingplichtige een veilige en betrouwbare toegang te bieden tot onze e-governmentplatform.”
Dhr. Collet wordt hierin bijgetreden door dhr Luc Vanneste, Directeurgeneraal Algemene Directie Instellingen en Bevolking: “Meer en meer neemt eID de rol op van ‘sleutel’ die de poort naar veilige e-government kan openen. Naast Tax-on-web kan je met de eID bijvoorbeeld een ticket voor de trein kopen, documenten uit het Rijksregister opvragen via Mijn Dossier, een studiebeurs aanvragen,… enz. De eID geeft de burger ook toegang tot het e-Loket waarover al heel wat gemeenten beschikken. Alle eID toepassingen hebben gemeenschappelijk dat ze het leven van de burger vereenvoudigen en de burger heel wat tijd besparen. Bovendien biedt de eID een hoge mate van veiligheid. Zo zijn er de verschillende veiligheidselementen op de kaart en is het met het systeem CHECKDOC\DOCSTOP altijd mogelijk na te gaan of een kaart geseind staat als verloren, gestolen of niet meer geldig.”
Vanaf het ontstaan van Tax-on-web bestond de mogelijkheid om te registreren via een token of via de eID. Daar waar in 2006 slechts 2,3% van de burgers inlogde met hun eID, was dat dit jaar voor het eerst meer dan 50%! Dat het gebruik van Tax-on-web en dat van de eID samen in de lift zitten is niet toevallig. Achter beide toepassingen schuilt immers dezelfde filosofie. Financiën wil het voor de belastingplichtige zo eenvoudig mogelijk maken om zijn fiscale aangifte in te dienen. Tax-on-web zorgt voor de administratieve vereenvoudiging en het gebruikerscomfort. De belastingplichtige kan snel en eenvoudig, waar en wanneer het hem past, zijn aangifte online en op een veilige manier indienen. Ook voor de fiscus zelf heeft deze werkwijze een groot voordeel want de aangiften zijn juister (geen risico meer op manuele fouten) en kunnen sneller worden verwerkt.
“Bij de aanvang van TOW hebben we gemerkt dat de beveiliging en de eenvoud van de toegang tot de toepassing voor veel belastingplichtigen een bezorgdheid was. De eID was toen nog minder verspreid en minder ingeburgerd. De belastingplichtige kan van bij het begin gebruik maken van een token maar we zien duidelijk dat de toename in het gebruik van TOW en de toename van het gebruik van eID een gelijke trend volgen. De token wordt nog veel gebruikt, maar de eID is die razendsnel aan het bijbenen!” legt dhr. Carlos Six, Administrateur-generaal van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit ons uit. Dhr. Louis Collet, stafdirecteur ICT van de FOD Financiën pikt hierop in: “Ook bij de ontwikkeling van een dergelijke cruciale egovernment toepassing is het voor ons interessant gebruik te kunnen maken van een bewezen technologie die ons de veiligheid biedt die noodzakelijk is. Ook voor BizTax, de nieuwe elektronische aangifte van de vennootschapsbelasting, of voor het persoonlijke portaal My Minfin maken we graag gebruik van de eID mogelijkheden om de belastingplichtige een veilige en betrouwbare toegang te bieden tot onze e-governmentplatform.”
Dhr. Collet wordt hierin bijgetreden door dhr Luc Vanneste, Directeurgeneraal Algemene Directie Instellingen en Bevolking: “Meer en meer neemt eID de rol op van ‘sleutel’ die de poort naar veilige e-government kan openen. Naast Tax-on-web kan je met de eID bijvoorbeeld een ticket voor de trein kopen, documenten uit het Rijksregister opvragen via Mijn Dossier, een studiebeurs aanvragen,… enz. De eID geeft de burger ook toegang tot het e-Loket waarover al heel wat gemeenten beschikken. Alle eID toepassingen hebben gemeenschappelijk dat ze het leven van de burger vereenvoudigen en de burger heel wat tijd besparen. Bovendien biedt de eID een hoge mate van veiligheid. Zo zijn er de verschillende veiligheidselementen op de kaart en is het met het systeem CHECKDOC\DOCSTOP altijd mogelijk na te gaan of een kaart geseind staat als verloren, gestolen of niet meer geldig.”
Labels:
Carlos Six,
CHECKDOC,
Docstop,
e-government,
eID,
Louis Collet,
Luc Vanneste,
Minfin,
Tax-on-Web
vrijdag 23 december 2011
Schapen zorgen voor ecologisch beheer Kluizendok
Langs het Kluizendok in de Gentse haven zullen gedurende de hele winter honderden schapen grazen. De schapen staan in voor het ecologische beheer van de terreinen die nog verder ontwikkeld dienen te worden. Het Havenbedrijf Gent en het Vlaamse Agentschap Maritieme Toegang willen hiermee samen met Natuurpunt zorgen voor een ecologisch beheer van de gronden. Een unicum in de haven. Rondom het Kluizendok in de Gentse haven is er 400 hectare grond ter beschikking. Zowat 100 hectare ervan is al ontwikkeld als industriegebied en deels ingenomen door bedrijven. De overige gronden worden in de toekomst verder ontwikkeld. In afwachting daarvan dienen de opgespoten terreinen beheerd te worden. Dit gebeurt voortaan op een duurzame wijze.
In 2010 werd er reeds gras gezaaid om het opstuiven van het zand tegen te gaan. De voorbije maanden werden ook alle struiken en bomen die er vanzelf begonnen te groeien verwijderd. Om deze gronden verder duurzaam te beheren, worden er schapen ingezet. Onder de hoede van een herder grazen de schapen in een 300 hectare groot gebied. Tijdens de winterperiode (tot eind maart) zullen er 200 tot 600 schapen grazen. Nadien ontstaat er een open grasvlakte die kortbegraasd het volgende groeiseizoen kan ingaan. Ook wildgroei van struiken en bomen wordt hiermee tegengegaan. In het gebied zijn er twee wachtweiden van samen 25 hectare groot, goed voor 2,5 kilometer omheining. De kudde zal minstens 20 uur per week begeleid worden door een herder in het gebied buiten de wachtweiden.
Het Havenbedrijf Gent en de Afdeling Maritieme Toegang van het Vlaams Gewest - beide eigenaar en beheerder van de gronden - sloten voor dit ecologische begrazingsbeheer voor onbepaalde tijd een overeenkomst af met Natuurpunt en met het Agentschap Natuur en Bos. Natuurpunt staat in voor het ecologische beheer van de terreinen. Het boekte immers in haar natuurgebieden al goede resultaten met schapenbegrazing. Natuurpunt vond daarbij haar partner in Pro Natura, dat voor de herders en voor een voldoende grote schaapskudde kon zorgen, wat ook nodig is in een gebied met een dergelijke omvang als aan het Kluizendok. Pro Natura is eveneens actief in Gent waar het ervaring heeft met het herderen van dijken. Het Havenbedrijf werkt al langer met Natuurpunt samen. Zo beheert Natuurpunt een 2,8 hectare groot gebied langs de Oude Moervaartarm op de rechteroever van de haven nabij Sint-Kruis-Winkel. Het ecologische beheer van de gronden aan het Kluizendok past bovendien perfect in het charter omtrent het samengaan van natuur en havenontwikkeling dat het Havenbedrijf en Natuurpunt in 2006 afsloten.
In 2010 werd er reeds gras gezaaid om het opstuiven van het zand tegen te gaan. De voorbije maanden werden ook alle struiken en bomen die er vanzelf begonnen te groeien verwijderd. Om deze gronden verder duurzaam te beheren, worden er schapen ingezet. Onder de hoede van een herder grazen de schapen in een 300 hectare groot gebied. Tijdens de winterperiode (tot eind maart) zullen er 200 tot 600 schapen grazen. Nadien ontstaat er een open grasvlakte die kortbegraasd het volgende groeiseizoen kan ingaan. Ook wildgroei van struiken en bomen wordt hiermee tegengegaan. In het gebied zijn er twee wachtweiden van samen 25 hectare groot, goed voor 2,5 kilometer omheining. De kudde zal minstens 20 uur per week begeleid worden door een herder in het gebied buiten de wachtweiden.
Het Havenbedrijf Gent en de Afdeling Maritieme Toegang van het Vlaams Gewest - beide eigenaar en beheerder van de gronden - sloten voor dit ecologische begrazingsbeheer voor onbepaalde tijd een overeenkomst af met Natuurpunt en met het Agentschap Natuur en Bos. Natuurpunt staat in voor het ecologische beheer van de terreinen. Het boekte immers in haar natuurgebieden al goede resultaten met schapenbegrazing. Natuurpunt vond daarbij haar partner in Pro Natura, dat voor de herders en voor een voldoende grote schaapskudde kon zorgen, wat ook nodig is in een gebied met een dergelijke omvang als aan het Kluizendok. Pro Natura is eveneens actief in Gent waar het ervaring heeft met het herderen van dijken. Het Havenbedrijf werkt al langer met Natuurpunt samen. Zo beheert Natuurpunt een 2,8 hectare groot gebied langs de Oude Moervaartarm op de rechteroever van de haven nabij Sint-Kruis-Winkel. Het ecologische beheer van de gronden aan het Kluizendok past bovendien perfect in het charter omtrent het samengaan van natuur en havenontwikkeling dat het Havenbedrijf en Natuurpunt in 2006 afsloten.
woensdag 21 december 2011
VIB dient veldproefaanvraag in voor grotere maïs
Het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) heeft bij de federale overheid een veldproefaanvraag ingediend voor een experiment met genetisch gewijzigde maïs. Het gaat over planten die groter worden dan traditionele maïs – alvast in de serre. Met het experiment wil VIB nagaan of de maïsplanten ook onder normale landbouwomstandigheden hoger worden en of ze dichter bij elkaar kunnen worden geplant. Dat zou kunnen bijdragen tot een hogere opbrengst. De vergunning wordt aangevraagd voor drie seizoenen, te starten in 2012. De veldproef zal worden uitgevoerd in Wetteren, op gronden van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), een wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Overheid.
VIB-onderzoek op het veld
VIB-onderzoek op het veld
De genetisch gewijzigde maïsplanten zijn het resultaat van werk door VIB-wetenschappers onder leiding van Dirk Inzé en Hilde Nelissen. Die voeren al jaren onderzoek uit naar opbrengstverhoging. Daartoe bestuderen ze de groei en ontwikkeling van planten. De veldproef zelf maakt deel uit van onderzoek dat de groep uitvoert in het kader van het UGent speerpuntproject ‘Biotechnology for a Sustainable Economy’. De wetenschappelijke proef valt volledig onder de verantwoordelijkheid van VIB en wordt betaald met eigen middelen. VIB-wetenschapper Frank Van Breusegem coördineert de uitvoering van de veldproef.
Verhoogde productie van ‘strek-enzym’
De maïsplanten worden hoger omdat ze het enzym GA20-oxidase in grotere hoeveelheden aanmaken. Dit enzym is betrokken bij de groeiregulatie van planten. De verhoogde productie zorgt ervoor dat de planten zich meer ‘strekken’ tijdens de groei, en dus hoger worden. Planten met verschillende hoeveelheden van de betrokken groeistimulatoren komen van nature al voor in onze graangewassen. Een bekend voorbeeld van planten met een laag gehalte zijn de zogenoemde ‘korte-stro rassen’ die aan de basis liggen van de Groene Revolutie. Bij deze maïsplanten is net het omgekeerde gebeurd – de productie van de groeistimulatoren wordt net verhoogd.
Maatregelen om verspreiding te voorkomen
De onderzoekers zullen de mannelijke bloemen – de ‘pluimen’ – van de genetisch gewijzigde maïsplanten verwijderen. Dit heeft tot gevolg dat de planten geen stuifmeel kunnen verspreiden naar andere maïsplanten. Ook de zaden kunnen zich niet verspreiden. Die zitten stevig vast in kolven die zorgvuldig met de hand zullen worden geoogst.
Procedure
De Federale ministers voor Volksgezondheid en Leefmilieu Onkelinx en Wathelet zijn verantwoordelijk voor het afleveren van de veldproefvergunning. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Joke Schauvliege, heeft in de procedure een veto-adviesrecht. Belangstellenden kunnen de vergunningaanvraag via de website van de Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, en op het gemeentehuis in Wetteren raadplegen gedurende de periode van het openbaar onderzoek die loopt van 22 december 2011 tot en met 21 januari 2012.
Lees hier meer over de andere veldproeven van VIB.
Labels:
Dirk Inzé,
Frank Van Breusegem,
genetisch gewijzigde maïs,
Hilde Nelissen,
ILVO,
veldproef,
VIB
Grafische pareltjes in Liberaal Archief
Met 'Reizen en trafiek in de romantiek' brengt het Liberaal Archief een mooi stukje geschiedenis terug tot leven. Verfijnde tekeningen op geporseleind karton schetsen een gedetailleerd beeld van de 19e-eeuwse veranderingen van de mobiliteit en van de opkomst van het toerisme.
Porseleinkaarten (ca 1825-1890) werden gedrukt op fijn karton waarop een dunne laag porseleinaarde gemengd met loodwit was aangebracht. Hierdoor kregen zij een uitzonderlijke textuur en glans. De afbeeldingen getuigen van een uitzonderlijk grafisch vakmanschap. Zij combineren taferelen en zichten met figuren en decoratieve elementen uit de oudheid. Decennialang was de porseleinkaart het ideale publiciteitsmedium. Ons land was het onbetwiste centrum van de porseleinkaartproductie en had een internationaal cliënteel. Deze thematische tentoonstelling brengt enkele honderden porseleinkaarten samen. Het prachtige met miniaturen versierde alfabet uit 1846 van de Zwitserse kalligraaf Jean Midolle die een unieke stempel drukte op deze kunstvorm, sluit de tentoonstelling af.
De tentoonstelling loopt in de Blauwe Zaal van het Liberaal Archief (Kramersplein 23, 9000 Gent) van 20 november 2011 tot 29 februari 2012 - Toegang gratis - meer info op www.liberaalarchief.be
Porseleinkaarten (ca 1825-1890) werden gedrukt op fijn karton waarop een dunne laag porseleinaarde gemengd met loodwit was aangebracht. Hierdoor kregen zij een uitzonderlijke textuur en glans. De afbeeldingen getuigen van een uitzonderlijk grafisch vakmanschap. Zij combineren taferelen en zichten met figuren en decoratieve elementen uit de oudheid. Decennialang was de porseleinkaart het ideale publiciteitsmedium. Ons land was het onbetwiste centrum van de porseleinkaartproductie en had een internationaal cliënteel. Deze thematische tentoonstelling brengt enkele honderden porseleinkaarten samen. Het prachtige met miniaturen versierde alfabet uit 1846 van de Zwitserse kalligraaf Jean Midolle die een unieke stempel drukte op deze kunstvorm, sluit de tentoonstelling af.
De tentoonstelling loopt in de Blauwe Zaal van het Liberaal Archief (Kramersplein 23, 9000 Gent) van 20 november 2011 tot 29 februari 2012 - Toegang gratis - meer info op www.liberaalarchief.be
Openingsuren: dagelijks, van zondag tot en met vrijdag, 13-17 u. (gesloten op 25-26 december 2011 en op 1-2 januari 2012) - Groepsbezoeken reserveren via 09/221.75.05 of info@liberaalarchief.be
Giselle Nath wint 10e Vlaamse Scriptieprijs
Over de Eerste Wereldoorlog is al genoeg gezegd en geschreven? Giselle Nath bewijst van niet. Met haar sociale geschiedenis van Aartrijke en Gent, vertelt ze voor het eerst het verhaal over extreme honger tijdens de bezetting door de ogen van Jan met de pet. “Een ontzettend knap heuristisch werk” zo oordeelde de jury waar dit jaar onder meer Bart Sturtewagen en Sam De Graeve in zetelden. Giselle wint 2500€. De Vlaamse Scriptieprijs is de meest prestigieuze scriptieprijs van Vlaanderen en levert de winnaar traditioneel ook heel wat media-aandacht op. “Ik hoop stiekem dat mijn scriptie gepubliceerd wordt, want het is echt wel een nieuwe manier van geschiedenis schrijven” aldus een trotse Giselle.
Giselle schreef een sociale geschiedenis. Over de machtshebbers en het verloop van de oorlog weten we heel veel, maar wat de Eerste Wereldoorlog voor implicaties had voor de gewone mens bleef verborgen. Tot nu dus. De alumna van UGent confronteerde in haar masterscriptie de officiële bronnen van politie en bestuur met informatie uit volksliefjes, spotprenten, dagboeken en kranten. Ze deed dit zowel voor het plattelandsdorp Aartrijke als voor de stad Gent. “Dit is geen verhaal over de kleine man. Naargelang we kijken naar man of vrouw, burger, boer of arbeider, krijgen we telkens een andere oorlog te zien.” Over de titel “Bezet België, Somalië aan de Schelde?” zegt Giselle: “De vergelijking tussen bezet België en de hongersnood in de hoorn van Afrika loopt zoals alle vergelijkingen wel ergens mank, maar de parallellen zijn toch interessant. Voedselhulp staat niet los van lokale machtsstructuren. Daar kunnen we beter aan wennen in plaats van te jammeren over het falen van ngo’s.”
De prijs werd gisteren voor de tiende keer uitgereikt in M museum Leuven door Fientje Moerman. “Studenten beseffen vaak niet dat hun werk ook voor het grote publiek interessant is. Door de Vlaamse Scriptieprijs worden wetenschappers in spe gestimuleerd om hun eindwerken te vertalen naar een toegankelijke, publiceerbare tekst. Zo wordt deze kennis uit de bibliotheken gehaald en in de spotlight gezet.” Niet alleen Giselle viel in de prijzen. Frederik Leys, Roos Van Gasse & Christel Van Cauteren en Mieke Van Bockstal wonnen respectievelijk de Agoria-, de Klasse- en de eosprijs. Keynote spreker van de avond was Lord Robert Winston. De vermaard Brits professor fertiliteit is vooral bekend van de BBC-serie The Human Body. Hij bracht de scripties van de genomineerden met elkaar in verband.
Scriptie vzw ijvert al sinds 2002 voor de promotie van het werk van jonge wetenschappers. Ze vormt hierbij een brug tussen de academische wereld, de media en de arbeidsmarkt.
http://www.scriptieprijs.be
http://www.scriptiebank.be
Giselle schreef een sociale geschiedenis. Over de machtshebbers en het verloop van de oorlog weten we heel veel, maar wat de Eerste Wereldoorlog voor implicaties had voor de gewone mens bleef verborgen. Tot nu dus. De alumna van UGent confronteerde in haar masterscriptie de officiële bronnen van politie en bestuur met informatie uit volksliefjes, spotprenten, dagboeken en kranten. Ze deed dit zowel voor het plattelandsdorp Aartrijke als voor de stad Gent. “Dit is geen verhaal over de kleine man. Naargelang we kijken naar man of vrouw, burger, boer of arbeider, krijgen we telkens een andere oorlog te zien.” Over de titel “Bezet België, Somalië aan de Schelde?” zegt Giselle: “De vergelijking tussen bezet België en de hongersnood in de hoorn van Afrika loopt zoals alle vergelijkingen wel ergens mank, maar de parallellen zijn toch interessant. Voedselhulp staat niet los van lokale machtsstructuren. Daar kunnen we beter aan wennen in plaats van te jammeren over het falen van ngo’s.”
De prijs werd gisteren voor de tiende keer uitgereikt in M museum Leuven door Fientje Moerman. “Studenten beseffen vaak niet dat hun werk ook voor het grote publiek interessant is. Door de Vlaamse Scriptieprijs worden wetenschappers in spe gestimuleerd om hun eindwerken te vertalen naar een toegankelijke, publiceerbare tekst. Zo wordt deze kennis uit de bibliotheken gehaald en in de spotlight gezet.” Niet alleen Giselle viel in de prijzen. Frederik Leys, Roos Van Gasse & Christel Van Cauteren en Mieke Van Bockstal wonnen respectievelijk de Agoria-, de Klasse- en de eosprijs. Keynote spreker van de avond was Lord Robert Winston. De vermaard Brits professor fertiliteit is vooral bekend van de BBC-serie The Human Body. Hij bracht de scripties van de genomineerden met elkaar in verband.
Scriptie vzw ijvert al sinds 2002 voor de promotie van het werk van jonge wetenschappers. Ze vormt hierbij een brug tussen de academische wereld, de media en de arbeidsmarkt.
http://www.scriptieprijs.be
http://www.scriptiebank.be
Labels:
Bart Sturtewagen,
Christel Van Cauteren,
Eerste Wereldoorlog,
eosprijs,
Fientje Moerman,
Frederik Leys,
Giselle Nath,
Mieke Van Bockstal,
Roos Van Gasse,
Sam De Graeve,
Vlaamse Scriptieprijs
dinsdag 20 december 2011
Twee laureaten van de KVAB doceren aan de UGent
De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB) heeft de Laureaten van de Academie bekendgemaakt voor het jaar 2011. De titel van Laureaat is de hoogste onderscheiding die de Academie jaarlijks aan personen tot 40 jaar toekent als erkenning voor hun verdienstelijke academische loopbaan. Twee UGent professoren sleepten dit jaar de prijs in de wacht. Veronique Van Speybroeck (faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur) werd uitgeroepen tot Laureaat van de Academie in de Klasse van de Natuurwetenschappen. Peter Van Nuffelen (faculteit Letteren en Wijsbegeerte) werd Laureaat van de Academie in de Klasse van de Menswetenschappen. De UGent behaalt hiermee de hoofdprijs in twee van de vier Klassen waaruit de Academie bestaat.
Professor Veronique Van Speybroeck is hoofddocent met hoofdzakelijk onderzoeksopdracht in de vakgroep Toegepaste Fysica en stichtend lid van het interfacultair Centrum voor Moleculaire Modellering van de Universiteit Gent (website). Zij verricht onderzoek binnen het domein van de moleculaire modellering en bestudeert in het bijzonder de kinetiek van chemische reacties op de nanoschaal. Haar huidige onderzoek is voornamelijk geconcentreerd rond katalytische reacties in nanoporeuze materialen. Dit onderzoek kadert binnen een prestigieuze Starting Independent Researcher Grant uitgereikt door het European Research Council (ERC).
Peter Van Nuffelen is hoofddocent met hoofdzakelijk onderzoeksopdracht in de vakgroep Geschiedenis en voorzitter van het Gents Instituut voor Klassieke Studies. Na een carrière in het Verenigd Koninkrijk is hij sinds 2009 aan de UGent verbonden. Zijn onderzoek richt zich op de politieke, religieuze en culturele transformaties die het Romeinse rijk onderging in de eerste acht eeuwen na Christus. Op dit moment werkt hij vooral rond de interactie tussen Christendom en heidendom, religieus geweld en tolerantie, en Griekse, Latijnse en Syrische historiografie. Met publieke stellingnames probeert hij ook de stem van de Oudheid in het maatschappelijk debat te laten klinken.
Website: KVAB
Labels:
Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten,
KVAB,
Peter Van Nuffelen,
UGent,
Veronique Van Speybroeck
KERSTVIERING IN HET KERSTCIRCUS ROSE MARIE MALTER
Op Kerstdag 25 december om 11 uur zal het circus Rose Marie Malter aan de Watersportbaan met een speciale kerstdienst starten met een reeks optredens tijdens de kerstvakantie. Op die ochtend zal naar jaarlijkse gewoonte een Kerkdienst gehouden worden in het circus van en voor de foorreizigers en circusmensen van ons land. De Eucharistiedienst zal voorgegaan worden door Pater Kristiaan Van der Linden en Pater Etienne Van Hamel en zal aanleiding zijn tot een internationale samenkomst en uitwisseling van de kerstwensen in deze bijzondere en unieke omgeving en sfeer.
Reeds meer dan 25 jaar stellen Jean Gebruers-Malter en zijn familie hun circustent belangloos ter beschikking van de foorreizigers om hun jaarlijkse kerstdienst en bijeenkomst te vieren. Hiermede knopen zij aan met de langvervlogen traditie toen er nog circussen op de kermissen stonden. Ook inwoners van Gent en omstreken zijn van harte welkom en bij deze uitgenodigd op deze Kerstviering, natuurlijk is het op deze Kerstdag extra druk, dus is het wel raadzaam tijdig aanwezig zijn.
Reeds meer dan 25 jaar stellen Jean Gebruers-Malter en zijn familie hun circustent belangloos ter beschikking van de foorreizigers om hun jaarlijkse kerstdienst en bijeenkomst te vieren. Hiermede knopen zij aan met de langvervlogen traditie toen er nog circussen op de kermissen stonden. Ook inwoners van Gent en omstreken zijn van harte welkom en bij deze uitgenodigd op deze Kerstviering, natuurlijk is het op deze Kerstdag extra druk, dus is het wel raadzaam tijdig aanwezig zijn.
maandag 19 december 2011
Kindertheaterfestival Spekken viert vijfjarig bestaan
Binnen 1 week gaat het kindertheaterfestival Spekken van start. Spekken bestaat 5 jaar en dat wordt gevierd met maar liefst 35 kinder- en kleutervoorstellingen voor 2 tot 12 jarigen. Voor ieder wat wils: verteltheater, comedy, muziektheater, circus, poëzie, poppentheater, enz. Een mooi en divers aanbod in Tinnenpot en de Stedelijke Jeugddienst in Gent. Het festival wordt geopend door de 2 winnende voorstellingen van de vorige editie. ‘Oogappel’ (2,5+) van Picalili en ‘Wolf en Hond’ (5+) van I Luna. De 2 gezelschappen sluiten het festival af met hun nieuwe voorstelling. Picalili zal 2 try-outs spelen van ‘Schieten met bananen’ en I Luna brengt de première ‘Wolf en Hond en Kat’ een vervolg op ‘Wolf en Hond’.
Enna-Dien Blink uit Nederland toert al enkele jaren met veel succes in de culturele centra met haar poppen- en figurentheater en zal 3 tot 7 jarigen komen amuseren met haar voorstelling ‘Voor de wind’. Daarnaast komt acteur Wim Van de Velde met zijn prachtige voorstelling ‘Neus’ (5-7 jaar en familie). Een poëtische vertelling over neuzen en ruiken.
De kinderjury wordt opnieuw ingeschakeld om de beste voorstelling van het festival te bekronen in de categorie 2 t.e.m. 5 jaar en 6 t.e.m. 12 jaar. De juryleden letten op het verhaal, de personages, het kostuum en het decor. De uitreiking van kinderjuryprijs gaat door op zaterdag 7 januari om 11u in de VDK Lounge op Winterdroom (St. Pietersplein). Tickets kosten €8. Bij ieder ticket krijg je 1 gratis schaatsbeurt op de openlucht ijspiste van Winterdroom (St. Pietersplein, tot 8 januari 2012). Een aantal voorstellingen zijn bijna uitverkocht, dus maak snel je keuze op www.uitbureau.be
Enna-Dien Blink uit Nederland toert al enkele jaren met veel succes in de culturele centra met haar poppen- en figurentheater en zal 3 tot 7 jarigen komen amuseren met haar voorstelling ‘Voor de wind’. Daarnaast komt acteur Wim Van de Velde met zijn prachtige voorstelling ‘Neus’ (5-7 jaar en familie). Een poëtische vertelling over neuzen en ruiken.
De kinderjury wordt opnieuw ingeschakeld om de beste voorstelling van het festival te bekronen in de categorie 2 t.e.m. 5 jaar en 6 t.e.m. 12 jaar. De juryleden letten op het verhaal, de personages, het kostuum en het decor. De uitreiking van kinderjuryprijs gaat door op zaterdag 7 januari om 11u in de VDK Lounge op Winterdroom (St. Pietersplein). Tickets kosten €8. Bij ieder ticket krijg je 1 gratis schaatsbeurt op de openlucht ijspiste van Winterdroom (St. Pietersplein, tot 8 januari 2012). Een aantal voorstellingen zijn bijna uitverkocht, dus maak snel je keuze op www.uitbureau.be
Labels:
Kindertheaterfestival,
Spekken,
Stedelijke Jeugddienst,
Tinnenpot,
uitbureau,
Wim Van de Velde,
Winterdroom
UGent kent eredoctoraten toe op 23 maart
Het Bestuurscollege van de UGent heeft beslist aan wie de universiteit volgend jaar een eredoctoraat zal uitreiken als blijk van erkenning voor wetenschappelijke verdiensten. De Universiteit Gent reikt haar eredoctoraten traditioneel uit op de Dies Natalis, die in 2012 op 23 maart valt. Eredoctoraten wegens wetenschappelijke verdiensten worden door de UGent uitgereikt aan personen die blijk hebben gegeven van een grote verdienste in academisch onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke of wetenschappelijke dienstverlening. Zes faculteiten konden dit jaar een eredoctor voordragen.
Het eredoctoraat van de faculteit Wetenschappen gaat naar prof. dr. Masatoshi Takeichi, directeur van het Riken Center for Developmental Biology (Kobe, Japan) en directeur van het Laboratory for Cell Adhesion and Tissue Patterning (Kobe, Japan). Prof. Masatoshi Takeichi is als visiting professor verbonden aan de Kobe University Graduate School of Medicine (Japan). Hij heeft op het gebied van de moleculaire celbiologie pionierswerk verricht en zijn ontdekking van cadherines leidt nog steeds tot nieuwe evoluties bij het onderzoek van bepaalde pathologieën.
Op voordracht van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen ontvangt prof. dr. Désirée van der Heijde een eredoctoraat. Zij is verbonden aan het Leiden University Medical Center (NL) en is senior researcher bij het Diakonhjemmet Hospital Oslo (Noorwegen). Professor van der Heijde ontwikkelde een scoresysteem om de impact van reumatoïde artritis zo objectief mogelijk te meten. Haar Disease Activity Score is intussen wereldwijd de standaard geworden. Ook op het vlak van andere inflammatoire gewrichtsziekten heeft ze bijzondere verwezenlijkingen op haar palmares, en ze beïnvloedde zo de levenskwaliteit van duizenden patiënten.
In de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur wordt prof. dr. Osamu Motojima gevierd met een eredoctoraat. Professor Osamu Motojima is directeur-generaal van ITER International Organization (Cadarache, Frankrijk). ITER is het grootste onderzoeksproject ter wereld en is vergelijkbaar met CERN. Professor Osamu Motojima is een wetenschappelijke autoriteit van het allerhoogste niveau en maakt deel uit van de stuurgroep van het Erasmus Mundus International Doctoral College in Fusion Science and Engineering dat binnenkort van start gaat en door de UGent gecoördineerd wordt.
De faculteit Economie en Bedrijfskunde kent een eredoctoraat toe aan prof. dr. Arnoud De Meyer, rector van de Singapore Management University. Hij is alumnus van de UGent en doctoreerde er ook. Hij startte zijn carrière bij het befaamde Inséad in Fontainebleau (Frankrijk). Op academisch vlak groeide prof. De Meyer uit tot één van de autoriteiten op vlak van innovatiemanagement. Hij publiceerde in toonaangevende tijdschriften over het managen van projecten onder onzekerheid. Hij bouwde binnen de academische wereld ook een managementcarrière uit. Voor hij rector werd van de Singapore Management University was hij decaan van de Inséad Campus in Singapore en in 2007 werd hij decaan van de Judge Business School van Cambridge University (UK).
Voor de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen gaat het eredoctoraat naar prof. dr. Paul R. Sackett, die verbonden is aan de University of Minnesota (VS). Hij is op wereldvlak een autoriteit op het gebied van gebruik van assessmentinstrumenten en psychologische tests bij selectiebeslissingen. Centraal thema in zijn werk is de zoektocht naar strategieën die bij personeelsselectie niet enkel een behoorlijke voorspellende validiteit bieden, maar ook de diversiteit bewaken.
De faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen tot slot draagt prof. dr. Saskia Sassen voor voor een eredoctoraat. Professor Sassen bekleedt de Robert. S. Lynd leerstoel aan de Columbia University (VS) en is visiting professor aan de London School of Economics (UK). Professor Sassen is een van de belangrijkste auteurs van wetenschappelijke publicaties over stadsontwikkeling vanuit sociologisch oogpunt. Ze beschrijft het fenomeen van de global city binnen transnationale immigratiestromen.
Het eredoctoraat van de faculteit Wetenschappen gaat naar prof. dr. Masatoshi Takeichi, directeur van het Riken Center for Developmental Biology (Kobe, Japan) en directeur van het Laboratory for Cell Adhesion and Tissue Patterning (Kobe, Japan). Prof. Masatoshi Takeichi is als visiting professor verbonden aan de Kobe University Graduate School of Medicine (Japan). Hij heeft op het gebied van de moleculaire celbiologie pionierswerk verricht en zijn ontdekking van cadherines leidt nog steeds tot nieuwe evoluties bij het onderzoek van bepaalde pathologieën.
Op voordracht van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen ontvangt prof. dr. Désirée van der Heijde een eredoctoraat. Zij is verbonden aan het Leiden University Medical Center (NL) en is senior researcher bij het Diakonhjemmet Hospital Oslo (Noorwegen). Professor van der Heijde ontwikkelde een scoresysteem om de impact van reumatoïde artritis zo objectief mogelijk te meten. Haar Disease Activity Score is intussen wereldwijd de standaard geworden. Ook op het vlak van andere inflammatoire gewrichtsziekten heeft ze bijzondere verwezenlijkingen op haar palmares, en ze beïnvloedde zo de levenskwaliteit van duizenden patiënten.
In de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur wordt prof. dr. Osamu Motojima gevierd met een eredoctoraat. Professor Osamu Motojima is directeur-generaal van ITER International Organization (Cadarache, Frankrijk). ITER is het grootste onderzoeksproject ter wereld en is vergelijkbaar met CERN. Professor Osamu Motojima is een wetenschappelijke autoriteit van het allerhoogste niveau en maakt deel uit van de stuurgroep van het Erasmus Mundus International Doctoral College in Fusion Science and Engineering dat binnenkort van start gaat en door de UGent gecoördineerd wordt.
De faculteit Economie en Bedrijfskunde kent een eredoctoraat toe aan prof. dr. Arnoud De Meyer, rector van de Singapore Management University. Hij is alumnus van de UGent en doctoreerde er ook. Hij startte zijn carrière bij het befaamde Inséad in Fontainebleau (Frankrijk). Op academisch vlak groeide prof. De Meyer uit tot één van de autoriteiten op vlak van innovatiemanagement. Hij publiceerde in toonaangevende tijdschriften over het managen van projecten onder onzekerheid. Hij bouwde binnen de academische wereld ook een managementcarrière uit. Voor hij rector werd van de Singapore Management University was hij decaan van de Inséad Campus in Singapore en in 2007 werd hij decaan van de Judge Business School van Cambridge University (UK).
Voor de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen gaat het eredoctoraat naar prof. dr. Paul R. Sackett, die verbonden is aan de University of Minnesota (VS). Hij is op wereldvlak een autoriteit op het gebied van gebruik van assessmentinstrumenten en psychologische tests bij selectiebeslissingen. Centraal thema in zijn werk is de zoektocht naar strategieën die bij personeelsselectie niet enkel een behoorlijke voorspellende validiteit bieden, maar ook de diversiteit bewaken.
De faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen tot slot draagt prof. dr. Saskia Sassen voor voor een eredoctoraat. Professor Sassen bekleedt de Robert. S. Lynd leerstoel aan de Columbia University (VS) en is visiting professor aan de London School of Economics (UK). Professor Sassen is een van de belangrijkste auteurs van wetenschappelijke publicaties over stadsontwikkeling vanuit sociologisch oogpunt. Ze beschrijft het fenomeen van de global city binnen transnationale immigratiestromen.
Labels:
Arnoud De Meyer,
Désirée van der Heijde,
Dies natalis,
eredoctoraat,
Masatoshi Takeichi,
Osamu Motojima,
Paul R. Sackett,
UGent
zondag 18 december 2011
CLUSTER MAAKT ZICH STERK VOOR INTERNATIONALE COMMUNICATIE
Wie (professionele) interesse heeft voor hedendaagse kunst moet in 2012 zeker Vlaanderen aandoen! In 2012 vallen in België vijf belangrijke hedendaagse kunsttentoonstellingen samen, verspreid over de diverse Vlaamse provincies. Visual Arts Flanders 2012 presenteert met trots Beaufort04 (Belgische kust), TRACK (Gent), Middelheimmuseum 2012 (Antwerpen), Manifesta 9 (Genk) en Newtopia (Mechelen). De uitstekende geografische ligging en de gezamenlijke focus op hedendaagse kunst van deze 5 evenementen lag aan de oorsprong van de creatie van een internationaal communicatie-platform dat deze aantrekkelijke evenementen samenbundelt in een coherente cluster.
De buurlanden van België bieden in 2012 eveneens een ruime diversiteit aan prestigieuze initiatieven op hedendaags kunstvlak, zoals dOCUMENTA (13) (Kassel, Duitsland), London 2012 Festiva – Finale of the Cultural Olympiad (Verenigd Koninkrijk), lille3000: Fantastic 2012 (Frankrijk) en MONO 2012 (Centre Pompidou-Metz, Frankrijk, samen met Mudam, Luxemburg). Visual Arts Flanders 2012 is ervan overtuigd dat de hoge kwaliteitsstandaard van elk van de 5 evenementen die het vertegenwoordigt de professionele bezoeker en de cultuurtoerist zal overtuigen om halt te houden in Vlaanderen in het kader van een bezoek aan een van de kunstevenementen in de buurlanden.
Cluster-evenementen:
Beaufort04 is de vierde editie van de Triënnale voor Hedendaagse Kunst aan Zee. Er werd een selectie gemaakt van hedendaagse kunstenaars uit de 27 lidstaten van de Europese Unie en hun werk zal getoond worden op verschillende locaties langs de Belgische kust.
De traditie van Chambres d’Amis (1986) en Over the Edges (2000) wordt verder gezet door TRACK in Gent dat 35 internationale kunstenaars uitnodigt om artistieke projecten te ontwikkelen binnen de specifieke context van zes wijken in de binnenstad. Interactie met de bewoners en de bezoekers ligt aan de grondslag van het traject.
Het Middelheimmuseum in Antwerpen zal een volledige metamorfose ondergaan in 2012 en dit zal gevierd worden met de opening van een halfopen paviljoen van Paul Robbrecht, een exclusieve tentoonstelling van Thomas Schütte en monumentale creaties door onder andere Ai Weiwei en Roman Signer.
Voor zijn negende editie strijkt Manifesta, de Europese Biënnale van Hedendaagse Kunst neer in Genk. Op de voormalige mijnsite van Waterschei zullen werken getoond worden van opkomende internationale kunstenaars. De focus zal liggen op problematieken zoals de sociale herpositionering van een post-industriële gemeenschap en de nieuwe mogelijkheden waarop met materieel en immaterieel cultureel erfgoed kan worden omgegaan.
Newtopia: de staat van de mensenrechten is de eerste grote internationale tentoonstelling van hedendaagse kunst die de relatie tussen kunst en mensenrechten onderzoekt. Ongeveer 50 kunstenaars tonen gevarieerd beeldend werk op verschillende locaties in Mechelen zoals Kazerne Dossin. Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten, Cultuurcentrum Mechelen, Stedelijk Musuem Hof van Busleyden en het Congres- en Erfgoedcentrum Lamot.
De 5 steden waar de tentoonstellingen plaatsvinden zijn geografisch gelegen in de regio Vlaanderen, op niet meer dan een uur van Brussel en op bijna gelijke reistijd van de hedendaagse kunsttentoonstellingen in de buurlanden. Reizen naar en vanuit de verschillende regio’s kan heel gemakkelijk met het vliegtuig, de hoge snelheidstrein of de auto.
Het Visual Arts Flanders 2012 coördinatie centrum is een gezamenlijk initiatief van het Vlaams Instituut voor beeldende, audiovisuele en mediakunst (BAM), het agentschap Kunsten en Erfgoed en de 5 deelnemende instituten en organisaties. Het is de eerste keer dat hedendaagse kunstinstellingen de kans grijpen om hun internationale uitstraling en bereik samen te versterken en te gebruiken als hefboom. Het project wil niet enkel de specifieke communicatie-doelstellingen en vooropgestelde bezoekersaantallen per bestemming realiseren, maar streeft ook naar de creatie van nieuwe kennis- en werkmethodes voor de individuele organisaties en de kunstensector in Vlaanderen en bij uitbreiding Europa.
Data en prijzen
Beaufort04 – Belgische kust
31.03 ›› 30.09.2012 gratis
31.03 ›› 30.09.2012 gratis
TRACK – Gent
12.05 ›› 16.09.2012 10 €
12.05 ›› 16.09.2012 10 €
Middelheimmuseum 2012 – Antwerpen
vanaf 26.05.2012 gratis
vanaf 26.05.2012 gratis
Manifesta 9 – Genk
02.06 ›› 30.09.2012 10 €
02.06 ›› 30.09.2012 10 €
Newtopia: de staat van de mensenrechten – Mechelen
01.09 ›› 10.12.2012 10 €
01.09 ›› 10.12.2012 10 €
Internationale partners
lille3000: Fantastic 2012
London 2012 Festival, Finale of the Cultural Olympiad
MONO 2012
De Visual Arts Flanders 2012 website bevat alle nodige informatie om je reisplannen in daden om te zetten, inclusief verblijfs- en reisinformatie betreffende de deelnemende steden en regio’s, met een specifiek aanbod op maat van de evenementen, veelal aangepast aan de diverse thematieken. Voor professionele bezoekers zal accreditatie beschikbaar zijn online; daarnaast zullen kortingen en specifieke voordelen worden aangeboden door de hierboven vermelde reispartners. www.visualartsflanders.be
Labels:
Beaufort04,
dOCUMENTA,
Fantastic 2012,
hedendaagse kunst,
lille3000,
London 2012 Festiva,
Manifesta,
Middelheimmuseum,
Newtopia,
Over the Edges,
TRACK,
Visual Arts Flanders
zaterdag 17 december 2011
Havenbedrijf Gent brengt vervoer tussen haven en hinterland in beeld
Het Havenbedrijf Gent heeft het vervoer van goederen tussen de haven van Gent en bedrijven en klanten in het hinterland in kaart gebracht. Van dit transport gaat 45% via binnenschepen, 46% over de weg en 9% via het spoor. Dat blijkt uit een onderzoek dat het Havenbedrijf en de Universiteit Antwerpen hebben verricht. Het Havenbedrijf wil in de toekomst nog meer inzetten op duurzaam vervoer via de binnenvaart en het spoor. Havenschepen Christophe Peeters: “Dat zijn nog steeds te veel vrachtwagens en te weinig treinen, maar jammer genoeg is de trein niet flexibel genoeg”. Schepen Peeters zou het aandeel per trein naar 15% willen brengen, maar dat zal moeilijk gaan. In snelheid en soepelheid moet de trein het afleggen tegen het vervoer per vrachtwagen.
Dan het goede nieuws: de haven van Gent is door haar ligging en infrastructuur een multimodale haven. Goederen die per zeeschip de haven binnenkomen, kunnen op diverse wijzen verder worden vervoerd: met binnenschepen, per trein, per truck en zelfs per pijpleiding. Gent ligt immers op het Europese kruispunt van belangrijke binnenwateren waardoor het een unieke positie inneemt als overslagcentrum tussen zeevaart en binnenvaart. Gent ligt eveneens op het kruispunt van het Europese spoorwegnet en op de kruising van de autosnelwegen E17 en E40. Hierdoor kunnen goederen vlot worden getransporteerd naar zowel het noorden (tot Scandinavië en de Baltische staten) en het zuiden (tot de Middellandse Zee), naar het westen (Verenigd Koninkrijk) en het oosten (tot Oekraïne en de Zwarte Zee). Vrijwel alle watergebonden gronden in de haven zijn multimodaal uitgerust.
Nochtans is het spoor onderbenut en kan het vervoer met binnenschepen nog worden bevorderd. Het Havenbedrijf verrichtte gedurende de zomer van 2011 een onderzoek bij 101 bedrijven in het havengebied. Hieruit blijkt dat 46% van het voor- en natransport per truck gebeurt, 45% gaat over de binnenwateren en 9% van het transport verloopt over het spoor. Het Havenbedrijf voorziet in zijn strategisch plan 2010-2020 om het gebruik van transport per binnenvaart en per spoor te bevorderen. Enerzijds omwille van de hogere duurzaamheid van deze vervoersmogelijkheden. Anderzijds omdat toenemende filevorming op de weg een verschuiving van wegtransport naar binnenvaart en spoor noodzaakt. Deze keuze ligt in het verlengde van de visie van zowel de Vlaamse overheid als van de Europese Commissie.
Het Havenbedrijf tracht de havenfirma’s ertoe aan te zetten om hun voor- en natransport in die zin bij te sturen. Tegen 2020 wil het Havenbedrijf komen tot een stijging van het vervoer per binnenschip tot 50%, een stijging tot 15% van het transport met het spoor en een daling tot 35% van het truckvervoer. De haven van Gent wacht ook op het nieuwe kanaal naar Parijs, een binnenschip van 4500 ton vervangt al snel 250 vrachtwagens. Lees meer: http://guidovp.blogspot.com/2011/04/havenbedrijf-gent-opgetogen-met-groen.html
Dit representatieve onderzoek geeft het Havenbedrijf inzicht in het gebruik van de verschillende vervoerswijzen in de haven van Gent. Het is de Universiteit Antwerpen - Departement Transport en Ruimtelijke Economie - die in opdracht van het Havenbedrijf een methode opstelde om de verdeling over de vervoerswijzen te kwantificeren. Deze bevraging zal jaarlijks worden uitgevoerd waardoor het mogelijk wordt de nodige verschuivingen tussen de vervoersmogelijkheden op te volgen en aan te sturen.
Dan het goede nieuws: de haven van Gent is door haar ligging en infrastructuur een multimodale haven. Goederen die per zeeschip de haven binnenkomen, kunnen op diverse wijzen verder worden vervoerd: met binnenschepen, per trein, per truck en zelfs per pijpleiding. Gent ligt immers op het Europese kruispunt van belangrijke binnenwateren waardoor het een unieke positie inneemt als overslagcentrum tussen zeevaart en binnenvaart. Gent ligt eveneens op het kruispunt van het Europese spoorwegnet en op de kruising van de autosnelwegen E17 en E40. Hierdoor kunnen goederen vlot worden getransporteerd naar zowel het noorden (tot Scandinavië en de Baltische staten) en het zuiden (tot de Middellandse Zee), naar het westen (Verenigd Koninkrijk) en het oosten (tot Oekraïne en de Zwarte Zee). Vrijwel alle watergebonden gronden in de haven zijn multimodaal uitgerust.
Nochtans is het spoor onderbenut en kan het vervoer met binnenschepen nog worden bevorderd. Het Havenbedrijf verrichtte gedurende de zomer van 2011 een onderzoek bij 101 bedrijven in het havengebied. Hieruit blijkt dat 46% van het voor- en natransport per truck gebeurt, 45% gaat over de binnenwateren en 9% van het transport verloopt over het spoor. Het Havenbedrijf voorziet in zijn strategisch plan 2010-2020 om het gebruik van transport per binnenvaart en per spoor te bevorderen. Enerzijds omwille van de hogere duurzaamheid van deze vervoersmogelijkheden. Anderzijds omdat toenemende filevorming op de weg een verschuiving van wegtransport naar binnenvaart en spoor noodzaakt. Deze keuze ligt in het verlengde van de visie van zowel de Vlaamse overheid als van de Europese Commissie.
Het Havenbedrijf tracht de havenfirma’s ertoe aan te zetten om hun voor- en natransport in die zin bij te sturen. Tegen 2020 wil het Havenbedrijf komen tot een stijging van het vervoer per binnenschip tot 50%, een stijging tot 15% van het transport met het spoor en een daling tot 35% van het truckvervoer. De haven van Gent wacht ook op het nieuwe kanaal naar Parijs, een binnenschip van 4500 ton vervangt al snel 250 vrachtwagens. Lees meer: http://guidovp.blogspot.com/2011/04/havenbedrijf-gent-opgetogen-met-groen.html
Dit representatieve onderzoek geeft het Havenbedrijf inzicht in het gebruik van de verschillende vervoerswijzen in de haven van Gent. Het is de Universiteit Antwerpen - Departement Transport en Ruimtelijke Economie - die in opdracht van het Havenbedrijf een methode opstelde om de verdeling over de vervoerswijzen te kwantificeren. Deze bevraging zal jaarlijks worden uitgevoerd waardoor het mogelijk wordt de nodige verschuivingen tussen de vervoersmogelijkheden op te volgen en aan te sturen.
vrijdag 16 december 2011
7 miljoen euro voor projecten ‘Fabriek van de Toekomst’
De Vlaamse Regering voorziet een projectoproep en 7 miljoen euro om de transformatie naar de ‘Fabriek van de Toekomst’ te stimuleren. Dit is een concrete uitvoering van acties uit het witboek Nieuw Industrieel Beleid. De projectoproep wenst projecten van sectoren en bedrijfsgroeperingen mogelijk te maken om hen zo te laten evolueren naar nieuwe productiemodellen met meer aandacht voor duurzaamheid, innovatie en samenwerking. De transformatie van de industrie is één van de belangrijkste uitdagingen in het kader van Vlaanderen in Actie en het Pact 2020.
In het witboek Nieuw Industrieel Beleid wordt ondermeer het concept ‘Fabriek van de Toekomst’ gelanceerd waarbij samenwerking, vergroening en hernieuwde arbeidsrelaties centraal staan. De grenzen tussen productievestigingen en toeleveranciers, tussen klanten, werknemers en onderzoekers en tussen productie en diensten, moeten vervagen tot een open productieomgeving. Hierdoor kunnen nieuwe productiviteitswinsten geboekt worden. De mate waarin bedrijven en sectoren zich kunnen transformeren naar deze nieuwe ‘Fabriek van de Toekomst’ zal hun toekomstige slagkracht bepalen.
In het witboek presenteert de Vlaamse Regering verschillende acties om de ‘Fabriek van de Toekomst’ in Vlaanderen te realiseren. In uitvoering hiervan neemt minister-president Kris Peeters, tevens Vlaams minister voor Economie, het initiatief voor een projectoproep. Deze oproep is gericht naar bedrijfsgroeperingen (ondernemersorganisaties, federaties, clusterorganisaties). De projecten moeten hen ondersteunen in initiatieven die de transformatie van de industrie mee mogelijk maken of open productieconcepten helpen realiseren. De projecten kunnen de nadruk leggen op bewustmaking en informatie naar ondernemingen, ervaringsuitwisseling over goede praktijken, studies over mogelijke modellen, transformatiemechanismen of roadmaps, maar zeker ook concrete bedrijfsgerichte clustering rond nieuwe productieconcepten of nieuwe businessmodellen. De projecten wensen bedrijfsgroeperingen ook te ondersteunen in het kader van een voortraject naar het indienen van een investeringsproject bij het TINA fonds, het Vlaamse transformatiefonds.
De Vlaamse Regering wenst de transformatie van industrie in Vlaanderen te bewerkstelligen. De industrie draagt immers in zeer belangrijke mate bij tot de realisatie van de welvaart in Vlaanderen. Zo is de industrie verantwoordelijk voor ruim 370.000 rechtstreekse arbeidsplaatsen, maar ook voor 80% van de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling en 85% van de Vlaamse export. De werkgelegenheid en de competitiviteit van de verwerkende nijverheid staan echter sterk onder druk. In 15 jaar tijd gingen er ruim 100.000 banen verloren. Indien we onze welvaart willen behouden en de toekomst van onze industrie verzekeren, dan zal een transformatie nodig zijn naar een meer groene, sociale, creatieve en innovatieve industrie. Om dit mogelijk te maken lanceerde de Vlaamse Regering het witboek Nieuw Industrieel Beleid met 50 concrete acties, waarmee ze samen met de Industrieraad vorm wil geven aan de economie van de toekomst.
Het Agentschap Ondernemen organiseert de projectoproep, waarvoor een budget van 7 miljoen euro wordt uitgetrokken. Tot 80 % van de aanvaarde kosten kunnen terugbetaald worden. Het Agentschap Ondernemen organiseert op 18 januari 2012 om 14.00 uur een informatievergadering. Inschrijven kan via onderstaande website of e-mailadres. Meer info over de oproep: website: www.agentschapondernemen.be E-mail: oproep.ondernemerschap@agentschapondernemen.be
In het witboek Nieuw Industrieel Beleid wordt ondermeer het concept ‘Fabriek van de Toekomst’ gelanceerd waarbij samenwerking, vergroening en hernieuwde arbeidsrelaties centraal staan. De grenzen tussen productievestigingen en toeleveranciers, tussen klanten, werknemers en onderzoekers en tussen productie en diensten, moeten vervagen tot een open productieomgeving. Hierdoor kunnen nieuwe productiviteitswinsten geboekt worden. De mate waarin bedrijven en sectoren zich kunnen transformeren naar deze nieuwe ‘Fabriek van de Toekomst’ zal hun toekomstige slagkracht bepalen.
In het witboek presenteert de Vlaamse Regering verschillende acties om de ‘Fabriek van de Toekomst’ in Vlaanderen te realiseren. In uitvoering hiervan neemt minister-president Kris Peeters, tevens Vlaams minister voor Economie, het initiatief voor een projectoproep. Deze oproep is gericht naar bedrijfsgroeperingen (ondernemersorganisaties, federaties, clusterorganisaties). De projecten moeten hen ondersteunen in initiatieven die de transformatie van de industrie mee mogelijk maken of open productieconcepten helpen realiseren. De projecten kunnen de nadruk leggen op bewustmaking en informatie naar ondernemingen, ervaringsuitwisseling over goede praktijken, studies over mogelijke modellen, transformatiemechanismen of roadmaps, maar zeker ook concrete bedrijfsgerichte clustering rond nieuwe productieconcepten of nieuwe businessmodellen. De projecten wensen bedrijfsgroeperingen ook te ondersteunen in het kader van een voortraject naar het indienen van een investeringsproject bij het TINA fonds, het Vlaamse transformatiefonds.
De Vlaamse Regering wenst de transformatie van industrie in Vlaanderen te bewerkstelligen. De industrie draagt immers in zeer belangrijke mate bij tot de realisatie van de welvaart in Vlaanderen. Zo is de industrie verantwoordelijk voor ruim 370.000 rechtstreekse arbeidsplaatsen, maar ook voor 80% van de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling en 85% van de Vlaamse export. De werkgelegenheid en de competitiviteit van de verwerkende nijverheid staan echter sterk onder druk. In 15 jaar tijd gingen er ruim 100.000 banen verloren. Indien we onze welvaart willen behouden en de toekomst van onze industrie verzekeren, dan zal een transformatie nodig zijn naar een meer groene, sociale, creatieve en innovatieve industrie. Om dit mogelijk te maken lanceerde de Vlaamse Regering het witboek Nieuw Industrieel Beleid met 50 concrete acties, waarmee ze samen met de Industrieraad vorm wil geven aan de economie van de toekomst.
Het Agentschap Ondernemen organiseert de projectoproep, waarvoor een budget van 7 miljoen euro wordt uitgetrokken. Tot 80 % van de aanvaarde kosten kunnen terugbetaald worden. Het Agentschap Ondernemen organiseert op 18 januari 2012 om 14.00 uur een informatievergadering. Inschrijven kan via onderstaande website of e-mailadres. Meer info over de oproep: website: www.agentschapondernemen.be E-mail: oproep.ondernemerschap@agentschapondernemen.be
Labels:
Agentschap Ondernemen,
Fabriek van de Toekomst,
Kris Peeters,
Nieuw Industrieel Beleid,
TINA fonds,
Vlaamse transformatiefonds
Afvalsector: recyclage wint terrein
De omzet van de Belgische afvalsector stijgt en het aandeel recyclage wint terrein op andere activiteiten zoals storten en verbranden. Mede daardoor draagt de sector duurzaam bij tot een toenemende besparing op de CO2-uitstoot. Dat meldt de Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer (FEBEM) in haar pas verschenen Duurzaamheidsrapport 2010-2011. De federatie waarschuwt wel voor krimpende marges en een ongunstig investeringsklimaat. Meer recyclage, minder CO2-uitstoot
De milieubedrijven realiseerden in 2010 een globale omzetstijging. Die stijging is te danken aan de groei in recyclageactiviteiten. Andere activiteiten bleven status-quo (inzameling) of kenden een omzetdaling (stortplaatsen, verbrandingsinstallaties). “Die evolutie ligt in de lijn van de verwachtingen,” zegt Directeur Werner Annaert. “De inzameling gebeurt immers steeds selectiever en de afvalsortering wordt steeds beter. Daardoor kunnen onze bedrijven steeds meer afval recycleren tot nieuwe grondstoffen. De industrie heeft minder primaire grondstoffen nodig en verbruikt dus minder energie.” In haar Duurzaamheidsrapport 2010-2011 vermeldt FEBEM enkele opvallende resultaten: de recyclage van verpakkingsafval is goed voor 860.000 ton CO2eq, de recyclage van glas uit verpakkingen, bouwafval en autoruiten bespaart 270.000 ton CO2. Bovendien doet de sector het zelf ook goed op milieuvlak. De eigen CO2-emissies dalen verder, net zoals de uitstoot aan NOx, SO2, stof en dioxines. Ook het waterverbruik neemt verder af.
Intussen waarschuwt FEBEM voor de toekomst. Annaert: “De afgelopen jaren hebben we flink geïnvesteerd in efficiëntie. Dat werpt vruchten af. Bijvoorbeeld: overheden doen steeds meer beroep op privébedrijven voor afvalinzameling en verwerking. Anderzijds is het plafond in efficiëntie bereikt en staan de winstmarges onder druk door toenemende concurrentie. Bovendien gaat de Belgische economie wellicht een moeilijke tijd tegemoet, we verwachten daar de gevolgen van te ondervinden. Onze biomassa- en vergistingsinstallaties hebben het nu al moeilijk, deels door de gedaalde marktwaarde van de groenestroomcertificaten.” FEBEM vertegenwoordigt ongeveer 200 Belgische privaatrechtelijke milieubedrijven, actief in het omzetten van afvalstoffen in nieuwe grond- en brandstoffen en/of energie, goed voor een omzet van meer dan 2 miljard euro. Samen stellen zij 10.000 mensen te werk in België.
De milieubedrijven realiseerden in 2010 een globale omzetstijging. Die stijging is te danken aan de groei in recyclageactiviteiten. Andere activiteiten bleven status-quo (inzameling) of kenden een omzetdaling (stortplaatsen, verbrandingsinstallaties). “Die evolutie ligt in de lijn van de verwachtingen,” zegt Directeur Werner Annaert. “De inzameling gebeurt immers steeds selectiever en de afvalsortering wordt steeds beter. Daardoor kunnen onze bedrijven steeds meer afval recycleren tot nieuwe grondstoffen. De industrie heeft minder primaire grondstoffen nodig en verbruikt dus minder energie.” In haar Duurzaamheidsrapport 2010-2011 vermeldt FEBEM enkele opvallende resultaten: de recyclage van verpakkingsafval is goed voor 860.000 ton CO2eq, de recyclage van glas uit verpakkingen, bouwafval en autoruiten bespaart 270.000 ton CO2. Bovendien doet de sector het zelf ook goed op milieuvlak. De eigen CO2-emissies dalen verder, net zoals de uitstoot aan NOx, SO2, stof en dioxines. Ook het waterverbruik neemt verder af.
Intussen waarschuwt FEBEM voor de toekomst. Annaert: “De afgelopen jaren hebben we flink geïnvesteerd in efficiëntie. Dat werpt vruchten af. Bijvoorbeeld: overheden doen steeds meer beroep op privébedrijven voor afvalinzameling en verwerking. Anderzijds is het plafond in efficiëntie bereikt en staan de winstmarges onder druk door toenemende concurrentie. Bovendien gaat de Belgische economie wellicht een moeilijke tijd tegemoet, we verwachten daar de gevolgen van te ondervinden. Onze biomassa- en vergistingsinstallaties hebben het nu al moeilijk, deels door de gedaalde marktwaarde van de groenestroomcertificaten.” FEBEM vertegenwoordigt ongeveer 200 Belgische privaatrechtelijke milieubedrijven, actief in het omzetten van afvalstoffen in nieuwe grond- en brandstoffen en/of energie, goed voor een omzet van meer dan 2 miljard euro. Samen stellen zij 10.000 mensen te werk in België.
Labels:
afvalsector,
FEBEM,
recyclage,
Werner Annaert
donderdag 15 december 2011
Sneeuwplan Stad Gent is klaar
De Stad Gent heeft haar sneeuwplan klaar voor de winter 2011-2012. Opdat de voetpaden rond de stadseigendommen veilig en begaanbaar zouden zijn tijdens de winter, onderneemt de Stad Gent de nodige acties om ze sneeuw- en ijsvrij te houden. Het sneeuwplan omvat meer dan driehonderd eigen gebouwen, vijfentwintig leegstaande panden en een dertigtal braakliggende terreinen die in sneeuwroutes door de sneeuwteams worden aangepakt. Alle gebouwen in eigendom van de Stad Gent hebben ook al strooizout ontvangen.
Elke eigenaar is verplicht de voetpaden ter hoogte van zijn eigen vastgoed sneeuw- en ijsvrij te houden. De Stad Gent doet dat samen met haar schoonmaakpartners ISS en EUROCLEAN, het eco-werkhuis en de cel Publiek Sanitair. De voetpaden en toegangswegen ter hoogte van stadseigendommen die verhuurd of ter beschikking gesteld zijn aan derden, dienen sneeuw- en ijsvrij gehouden te worden door de gebruiker of huurder. Hier komt de Stad Gent niet tussen voor het leveren van zout of voor het ruimen van sneeuw of ijs.
Om het sneeuwplan optimaal uit te voeren, zette de Stad Gent samen met haar schoonmaakpartners een permanentiesysteem op dat de weersomstandigheden opvolgt. Wanneer de sneeuw of het ijs blijft liggen, ontvangen de sneeuwteams het signaal om uit te rukken. De Dienst Service & Logistiek werkte met de sneeuwteams verschillende sneeuwroutes uit. Zodra de dagtaak start, nemen de eigen medewerkers of medewerkers van de externe schoonmaakbedrijven die taak op. De sneeuwteams werken met sneeuwroutes, zodat sneeuw of ijs ter hoogte van alle stadsgebouwen in de loop van de dag wordt geruimd.
Om het comfort en de veiligheid van de burger te verhogen, neemt de Stad Gent voor haar eigen gebouwen zo haar verantwoordelijkheid op.
woensdag 14 december 2011
Start bouw fietsers- en voetgangersbrug over de Leie te Gent
Waterwegen en Zeekanaal NV, afdeling Bovenschelde, start op 12 december 2011 met de bouw van een nieuwe fietsers- en voetgangersbrug over de Leiearm ter hoogte van de Oud-Strijderslaan te Gent. Deze fietsers-en voetgangersbrug zal in de toekomst een belangrijke schakel vormen tussen de wijk Malem en een te ontwikkelen fiets-en wandelas langs de rechteroever van de ‘Studentenleie’. De overkant zal deel uitmaken van de Westerringspoor - fietsroute
De kostprijs van de werken bedraagt 215.000 euro (excl. btw), de vermoedelijke einddatum van de werken in voorzien in mei 2012. W&Z en aannemer Algemene Ondernemingen Soetaert NV stellen alles in het werk om de hinder voor de omwonenden tot een minimum te beperken. De werken kaderen in het project “Inrichtingsplan Malem” dat deel uitmaakt van het “Landinrichtingsproject Leie en Schelde”, opgemaakt door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Het inrichtingsplan werd opgesteld door de VLM in samenwerking met de gemeentelijke, provinciale en gewestelijke instanties, waaronder de afdeling Bovenschelde.
Labels:
fietserbrug,
Gent,
Leie,
Malem,
voetgangersbrug
dinsdag 13 december 2011
Professor Smagghe gekozen als lid van grootste internationale wetenschappelijke vereniging
Professor Guy Smagghe is door de American Association for the Advancement of Science (AAAS) verkozen tot ‘Fellow’ op basis van zijn wetenschappelijke bijdragen over de rol van insecten in de landbouw. Professor Smagghe is verbonden aan de vakgroep Gewasbescherming van de Universiteit Gent en is pas de tweede Belg die deze eer te beurt valt.
De American Association for the Advancement of Science is de grootste internationale wetenschappelijke vakvereniging ter wereld en telt heel wat eminente wetenschappers onder haar leden. De vereniging geeft ook het toptijdschrift Science uit. De AAAS werd opgericht in 1848 en selecteert sinds 1874 een aantal zogenaamde Fellows. Dit zijn wetenschappers -bijna uitsluitend uit de VS afkomstig- met bijzondere verdiensten binnen hun vakgebied. Prof. Smagghe is momenteel de tweede Belg die zich Fellow mag noemen, na biochemicus professor Christian De Duve die in 1974 een Nobelprijs won. Onder de AAAS Fellows zijn trouwens meerdere Nobelprijswinnaars, wat de hoge kwaliteit en uitstraling van de AAAS onderlijnt. De ceremoniële overhandiging van de titel zal plaatsvinden tijdens de jaarlijkse algemene conferentie van de AAAS in Vancouver in februari 2012.
Prof. Smagghe is onderzoeksprofessor binnen de faculteit Bio-ingenieurs-wetenschappen van de UGent. Zijn interesse gaat zowel naar fundamenteel als toegepast onderzoek op het vlak van insectenfysiologie en de bestrijding van plaaginsecten. Er wordt gewerkt met schadelijke en nuttige insecten die van belang zijn in de landbouw, zoals rupsen, kevers, bladluizen en hommels.
Professor Smagghe en zijn onderzoeksgroep verrichten origineel basisonderzoek om de mechanismen van groei en ontwikkeling bij insecten te ontrafelen. Er gaat bijzondere aandacht naar het unieke ontwikkelingsproces van metamorfose waarbij een insect een volledige gedaanteverwisseling ondergaat (bijvoorbeeld van rups over pop tot adult). Het onderzoek richt zich op de verschillende niveaus; van DNA tot het ganse insect. Hierbij wordt gebruik gemaakt van klassieke en meer moderne biotechnologische technieken zoals RNA interferentie. Daarnaast wordt ook gekeken naar de ecologische rol van insecten en de interacties met hun leefomgeving. Hier ligt de nadruk vooral op hommels die zorgen voor de bestuiving en dus de productie van vele landbouwgewassen. In het luik toepassingsgericht onderzoek wordt ook ijverig gezocht naar nieuwe interessante insect-specifieke receptoren en nieuwe natuurlijke componenten die bruikbaar zijn binnen een duurzame en milieuvriendelijke gewasbescherming. Het credo van prof. Smagghe en zijn onderzoeksgroep is: “Passie voor onderzoek ten dienste van de samenleving”.
De American Association for the Advancement of Science is de grootste internationale wetenschappelijke vakvereniging ter wereld en telt heel wat eminente wetenschappers onder haar leden. De vereniging geeft ook het toptijdschrift Science uit. De AAAS werd opgericht in 1848 en selecteert sinds 1874 een aantal zogenaamde Fellows. Dit zijn wetenschappers -bijna uitsluitend uit de VS afkomstig- met bijzondere verdiensten binnen hun vakgebied. Prof. Smagghe is momenteel de tweede Belg die zich Fellow mag noemen, na biochemicus professor Christian De Duve die in 1974 een Nobelprijs won. Onder de AAAS Fellows zijn trouwens meerdere Nobelprijswinnaars, wat de hoge kwaliteit en uitstraling van de AAAS onderlijnt. De ceremoniële overhandiging van de titel zal plaatsvinden tijdens de jaarlijkse algemene conferentie van de AAAS in Vancouver in februari 2012.
Prof. Smagghe is onderzoeksprofessor binnen de faculteit Bio-ingenieurs-wetenschappen van de UGent. Zijn interesse gaat zowel naar fundamenteel als toegepast onderzoek op het vlak van insectenfysiologie en de bestrijding van plaaginsecten. Er wordt gewerkt met schadelijke en nuttige insecten die van belang zijn in de landbouw, zoals rupsen, kevers, bladluizen en hommels.
Professor Smagghe en zijn onderzoeksgroep verrichten origineel basisonderzoek om de mechanismen van groei en ontwikkeling bij insecten te ontrafelen. Er gaat bijzondere aandacht naar het unieke ontwikkelingsproces van metamorfose waarbij een insect een volledige gedaanteverwisseling ondergaat (bijvoorbeeld van rups over pop tot adult). Het onderzoek richt zich op de verschillende niveaus; van DNA tot het ganse insect. Hierbij wordt gebruik gemaakt van klassieke en meer moderne biotechnologische technieken zoals RNA interferentie. Daarnaast wordt ook gekeken naar de ecologische rol van insecten en de interacties met hun leefomgeving. Hier ligt de nadruk vooral op hommels die zorgen voor de bestuiving en dus de productie van vele landbouwgewassen. In het luik toepassingsgericht onderzoek wordt ook ijverig gezocht naar nieuwe interessante insect-specifieke receptoren en nieuwe natuurlijke componenten die bruikbaar zijn binnen een duurzame en milieuvriendelijke gewasbescherming. Het credo van prof. Smagghe en zijn onderzoeksgroep is: “Passie voor onderzoek ten dienste van de samenleving”.
Labels:
AAAS,
Christian De Duve,
Guy Smagghe,
Science
Belgische topsalarissen lager en minder variabel dan in onze buurlanden
In vergelijking met onze buurlanden ligt België niet voorop wat betreft de hoogte van de topsalarissen. Wanneer we de lonen van CEO’s in vergelijkbare, beursgenoteerde bedrijven van eenzelfde omvang naast elkaar leggen, dan staat het Verenigd Koninkrijk op nummer één, gevolgd door Duitsland. Dat is de conclusie van recent onderzoek van het Executive Remuneration Research Centre aan Vlerick Leuven Gent Management School over de beloning van topmanagers.
De database omvat beloningsgegevens van CEO’s van 372 beursgenoteerde bedrijven. Onderzoeker Xavier Baeten (Vlerick) baseerde zich enerzijds op een detailstudie van de salarissen van de CEO’s van alle Belgische beursgenoteerde bedrijven. Anderzijds werden voor het eerst ook salarisgegevens uit Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk opgenomen in de analyse. Het onderzoek besteedt zowel aandacht aan de hoogte, als aan de samenstelling van het beloningspakket en de vormgeving van de aandelengerelateerde beloning. De cijfers hebben betrekking op 2010 en worden vergeleken met eerder onderzoek uit 2007, wat interessante vaststellingen oplevert.
Xavier Baeten, hoofd Vlerick Reward Centre: “Dat de lonen in België lager liggen, heeft vooral te maken met het variabel gedeelte van de beloning. Het valt op dat de vaste beloning de markttoets nog kan doorstaan, maar dat vooral de bonussen lager uitvallen dan in de buurlanden. Koploper is het Verenigd Koninkrijk waar CEO’s het dubbele tot drievoudige verdienen in vergelijking met België en de andere Europese landen uit het onderzoek. Een verklaring hiervoor moeten we niet alleen zoeken in hogere bonussen in het algemeen, maar vooral in het feit dat Britse bedrijven vaker gebruik maken van een aandelengerelateerde beloning.”
Die aandelengerelateerde beloning verschilt sterk van land tot land. Daar waar in Nederland en het Verenigd Koninkrijk respectievelijk 70% en 90% van de bedrijven aandelen toekennen aan hun CEO, is dat in België en Frankrijk slechts ongeveer de helft van de grotere beursgenoteerde ondernemingen (d.i. met een balanstotaal van meer dan 500 miljoen euro).
Xavier Baeten stelde ook vast dat de Belgische salarissen in vergelijking met 2007 amper gestegen zijn: “In de Bel 20 zijn ze zelfs gedaald (met 11%). Dat heeft vooral te maken met de lagere bonussen die zijn toegekend in 2010 ten opzichte van 2007. Uit het onderzoek blijkt verder dat steeds meer Belgische bedrijven het salaris van de CEO openbaar maken. Voor 2010 was dit nog niet wettelijk verplicht, maar dit geldt wel vanaf 2011. Algemeen kan besloten worden dat er in België zeker geen sprake is van buitensporige topsalarissen en dat er ook niet meteen nood is aan (nog) verdere wettelijke initiatieven.”
Het onderzoek bestaat uit twee luiken:
- de detailstudie van de salarissen van de CEO’s van ALLE Belgische beursgenoteerde bedrijven (59 bedrijven)
- de salarissen van de CEO’s van alle beursgenoteerde bedrijven met een balanstotaal van meer dan 500 miljoen euro in België (31 bedrijven), Frankrijk (147 bedrijven), Duitsland (75 bedrijven), Nederland (40 bedrijven), en het Verenigd Koninkrijk (79 bedrijven).
Bel 20, Bel Mid, Bel Small
De mediaan (middelste waarneming) van het vast salaris van de CEO bedroeg afgerond 640.000 euro (Bel 20), 350.000 euro (Bel Mid), en 280.000 euro (Bel Small).
De bonus maakte in 2010 76% (Bel 20), 48% (Bel Mid), en 34% (Bel Small) uit van het vaste salaris.
Omwille van de specifieke fiscale regeling zijn aandelenopties (die na een bepaald aantal jaren kunnen uitgeoefend worden) de meest populaire vorm van aandelengerelateerde beloning. Het is echter zo dat deze vooral voorkomen in de Bel 20 (67%), in vergelijking met de Bel Mid (40%) en de Bel Small (22%). Algemeen is aandelengerelateerde beloning minder populair bij relatief kleinere beursgenoteerde bedrijven. Dit kan te maken hebben met de vrees voor verwatering.
In vergelijking met 2007, is de totale beloning in de Bel 20 (mediaan: 1.470.000 euro) gedaald met 11%, terwijl die in de Bel Mid (mediaan: 510.000 euro) en de Bel Small (mediaan: 375.000 euro) is gestegen met respectievelijk 12% en 1%. De daling in de Bel 20 wordt vooral veroorzaakt door de lagere bonussen (in slechts 2 bedrijven is de bonus gestegen). Wat de Bel Mid bedrijven betreft, zijn het vaste salaris en de bonus gestegen in ongeveer de helft van de bedrijven. Hoe dan ook is een stijging van 12% over 4 jaar eerder beperkt. In de Verenigde Staten, bijvoorbeeld, zijn de salarissen op één jaar tijd met 12% gestegen.
België in Europese context
De mediaan van de totale beloning van een CEO in een bedrijf met een balanstotaal van meer dan 5 miljard euro (bv. UCB, Delhaize, Solvay) bedraagt in België 2.275.000 euro, in Frankrijk 2.600.000 euro, in Nederland 2.660.000 euro, in Duitsland 3.320.000 euro, en in het Verenigd Koninkrijk 4.600.000 euro. Deze verschillen worden veroorzaakt door een hogere variabele beloning (bonus en aandelengerelateerde beloning) in deze landen in vergelijking met België. De vaste beloning is daarentegen vergelijkbaar.
Daar waar de vaste beloning in België ongeveer op hetzelfde niveau ligt als in de andere landen, ligt de bonus lager. Over de volledige populatie bedraagt deze bonus in België (mediaan) 61%, in Nederland 73%, in Frankrijk 77%, in Duitsland 101% en in het Verenigd Koninkrijk 103%.
Aandelengerelateerde beloning is duidelijk populairder in het Verenigd Koninkrijk (89% van de beursgenoteerde bedrijven in onze steekproef) en Nederland (68%). België komt op de derde plaats (58%), gevolgd door Duitsland (54%) en Frankrijk (51%).
Er bestaan grote verschillen tussen de landen voor wat de vormgeving van die aandelengerelateerde beloning betreft. Daar waar aandelenopties in België populair zijn, worden in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, en Frankrijk vooral aandelen toegekend waarvan de uitoefening afhankelijk is van het realiseren van prestatiecriteria over meerdere jaren. Het verbinden van prestatiecriteria aan de toekenning van aandelen is een belangrijke trends en wordt ook aanbevolen door de Europese Commissie.
Abonneren op:
Posts (Atom)