Dit jaar staan op de Vlaamse autosnelwegen minimum 85 werken op het programma. De komende drie maanden zijn er op de gewestwegen rond de 200 wegenwerken gepland. Deze werken brengen hinder met zich mee. In opdracht van minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits werd een actieplan uitgewerkt om de organisatie van de wegenwerken te verbeteren, de veiligheid te verhogen en de hinder voor de gebruikers te beperken. Het gaat onder andere over een MinderHinder-toets, de inzet van de nieuwe signalisatiesimulator, de plaatsing van informatieborden bij de werven op non-activiteit en een gebruiksvriendelijke website met informatie over de wegenwerken. Minister Crevits wil de onderhoudsachterstand wegwerken. Op de autowegen tegen 2015 en op de gewestwegen tegen 2020. De minister heeft dat recent nog bevestigd bij de voorstelling van het rapport ‘toestand van het wegennet’.
Het Vlaamse wegennet wordt zo intens gebruikt dat de minste bijkomende belasting meteen belangrijke hinder veroorzaakt. Daarom is de optimale organisatie van de wegenwerken van bijzonder belang om de hinder voor de gebruikers te verminderden, en om de veiligheid van de weggebruikers en van de arbeiders op de werven te verhogen. Goede planning, werforganisatie, informatie aan de weggebruiker en publieksgerichte uitvoering kunnen de hinder voor de weggebruiker sterk verminderen. De minister wil dit op een gestructureerde wijze organiseren. Op vraag van minister Crevits heeft het agentschap Wegen en Verkeer een Minder Hinder toets ontwikkeld. Projectleiders van het agentschap beschikken voortaan over een leidraad met richtlijnen om een Minder Hinder rapport op te maken voor autosnelwegen. Deze richtlijnen moeten helpen om de hinder door werken op autosnelwegen tot een minimum te herleiden. Het heeft onder andere aandacht voor het globale wegennetwerk en voor de weggebruiker. Voor elke werf op autosnelwegen wordt voortaan een Minder Hinder rapport opgesteld op basis van de volgende structuur:
1. Slim plannen: verkeersintensiteit en periode
Het Vlaamse wegennet wordt zo intens gebruikt dat de minste bijkomende belasting meteen belangrijke hinder veroorzaakt. Daarom is de optimale organisatie van de wegenwerken van bijzonder belang om de hinder voor de gebruikers te verminderden, en om de veiligheid van de weggebruikers en van de arbeiders op de werven te verhogen. Goede planning, werforganisatie, informatie aan de weggebruiker en publieksgerichte uitvoering kunnen de hinder voor de weggebruiker sterk verminderen. De minister wil dit op een gestructureerde wijze organiseren. Op vraag van minister Crevits heeft het agentschap Wegen en Verkeer een Minder Hinder toets ontwikkeld. Projectleiders van het agentschap beschikken voortaan over een leidraad met richtlijnen om een Minder Hinder rapport op te maken voor autosnelwegen. Deze richtlijnen moeten helpen om de hinder door werken op autosnelwegen tot een minimum te herleiden. Het heeft onder andere aandacht voor het globale wegennetwerk en voor de weggebruiker. Voor elke werf op autosnelwegen wordt voortaan een Minder Hinder rapport opgesteld op basis van de volgende structuur:
1. Slim plannen: verkeersintensiteit en periode
2. Slim bouwen: Minder Hinder bij ontwerp en fasering
3. Mobiliteitsmanagement: andere routes en andere vervoersmiddelen
4. Verkeersmanagement: omleidings-, advies- en calamiteitenroutes
5. Communicatie: tijdig en aangepast aan de doelgroep
6. Publieksgerichte informatie: bv. infoborden bij non-activiteit
7. Samenwerking: met andere overheden en belangenorganisaties.
Sinds kort is er een draaiboek minder hinder voor kleinere wegenwerken. Dit wordt door AWV gebruikt op de gewestwegen. Het is ook van toepassing op werken door gemeenten en nutsbedrijven. Door middel van infosessies krijgen de gemeenten hierover informatie. Het draaiboek laat toe in eenzelfde visie en structuur te werken. Uniformiteit in de werkwijze bevordert en vergemakkelijkt de samenwerking met de andere partners. Voor werken op gewestwegen door AWV is er op projectniveau overleg met de steden en gemeenten, de omwonenden, de handelaars via bereikbaarheidsadviseurs, de politie en de hulpdiensten. De betere informatiedoorstroming verhoogt het draagvlak voor de werken.
Niet alleen de Vlaamse overheid, zoals AWV, De Scheepvaart, W&Z en De Lijn, maar ook de gemeenten, Infrabel en nutsbedrijven voeren infrastructuurwerken uit. De achillespees is dat er zo veel werken worden uitgevoerd door verschillende instanties en dat die met elkaar in conflict kunnen komen. Eind 2007 werd daarom het Coördinatiepunt Wegenwerken (CPW) in gebruik genomen. Ook de gemeenten en de nutsbedrijven kunnen hun werken in het CPW aanmelden. Bijna alle gemeenten zijn aangesloten. Doel is de werken zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Zo komen er eventuele conflicten tussen wegenwerken aan het licht. Dan volgt er extra overleg om te komen tot een betere afstemming of om extra minder hinder-maatregelen te nemen. In 2010 detecteerde het CPW 1.734 mogelijke conflicten. Een 150-tal projecten moesten bijgestuurd worden. Het succes van het CPW staat of valt met de ingave van de wegenwerken. Daarom worden er extra inspanningen geleverd, zoals een nieuwe informatieronde, om de gemeenten te overtuigen om het CPW in te vullen.
In België gebeuren er elk jaar meer dan 700 ongevallen in de buurt van wegwerkzaamheden. Helaas vallen er daarbij ook slachtoffers. Een goede signalisatie is belangrijk in functie van de verkeersveiligheid en een vlotte doorstroming van het verkeer. Om te weten hoe de weggebruiker met omleidingsborden omgaat, heeft minister Crevits de signalisatiesimulator gelanceerd. Die rijsimulator met realiteitsbeelden is een primeur voor Europa. Dankzij het toestel kunnen bij geplande wegwerkzaamheden omleidingsborden vooraf door de weggebruikers worden getest. De simulator kan vooraf via eye-tracking analyseren hoe weggebruikers zullen reageren. Het leert ook hoe buitenlandse, anderstalige chauffeurs via verkeersborden het beste kunnen geïnformeerd worden. Het principe van de simulator werd voor het eerst uitgetest bij de werken aan het klaverblad van Lummen. Testpanels met 24 gewone weggebruikers leverden nuttige verbeteringen aan de bewegwijzering op. Op het terrein heeft dit dan ook zijn vruchten afgeworpen. De toch zeer omvangrijke werken zijn zeer vlot verlopen.
Dit jaar wordt de simulator ingezet voor het project ‘sanering van het viaduct van Vilvoorde’. De werken houden in dat de uitzettingsvoegen van het viaduct worden vervangen. De vervanging is voorzien zowel op de buitenring (viaduct noord) als op de binnenring (viaduct zuid). Gelijktijdig daarmee zullen ook herstellingswerkzaamheden aan de waterdichting van het viaduct van de buitenring plaats hebben en zullen daar ook nieuwe vangrails geplaatst worden. Deze werken gaan in de zomer door en de verwachting is dat ze grote hinder zullen veroorzaken op de buiten– en de binnenring. De herinrichting van de schoolomgeving Mariagaard in het Oost-Vlaamse Wetteren is uitgekozen als typeproject. Deze schoolomgeving is gelegen langs een drukke steenweg, die de verbinding is tussen het afrittencomplex van Wetteren op de E40 en een bedrijvenzone. Zowel de toegang tot de school, als het kruispunt van de N42 met de Vantegemstraat én de Oosterzelesteenweg (N42) zelf worden aangepakt. De werken zullen ruim negen maanden in beslag nemen.
Voor werkzaamheden bestaat er over het algemeen begrip. Weggebruikers begrijpen dat werkzaamheden onvermijdelijk zijn om de staat van het wegennet op peil te houden en te verbeteren. Maar de gebruiker wil wel het gevoel hebben dat hij de controle behoudt. Op basis van Nederlands onderzoek blijkt dat bestuurders zich het meest ergeren aan onverwachte en onbekende files, onnodige beperkingen, omleidingen die niet kloppen en slechte tijdelijke belijning. Goede en tijdige communicatie bij wegenwerken is essentieel. De wegbeleving wordt niet zozeer negatief beïnvloed door een file, als wel door een onverwachte file. Die ene onverwachte file blijft langer in het hoofd van de weggebruiker hangen dan die tien keer dat hij, vanwege adequate informatie vooraf, verwacht in de file staat. Goed en vroegtijdig communiceren over wegenwerken en over de verwachte hinder, is misschien wel dé meest effectieve maatregel om hinder te voorkomen of te beperken.
Met het oog op een betere verkeerssturing ligt de klemtoon op de uitbouw van dynamisch verkeersmanagement. In 5 jaar tijd investeert minister Crevits ruim 90 miljoen euro. Dit gaat naar de plaatsing van dynamische signalisatie. Dankzij dynamisch verkeersmanagement kan de bestaande weginfrastructuur beter en veiliger worden benut onder meer door de verkeersstromen op de weg verstandig te geleiden, ongevallen te vermijden, het aantal geplande hindernissen te reduceren en de weg snel vrij te maken na incidenten (zgn. ‘incident management’).
Het Coördinatiepunt Wegenwerken is de basis voor de website www.wegenwerken.be. Het is een handig informatieportaal voor alles wat te maken heeft met verkeersdoorstroming en wegenwerken. Elke weggebruiker vindt er ook een eenvoudig overzicht van huidige en geplande wegenwerken op zijn route. Iedereen kan zich ook inschrijven op een Waarschuwingsmelding voor werken op een gekozen route. Deze service informeert wekelijks of maandelijks per e-mail over de wegenwerken op een gegeven route. Om de bekendheid van de vernieuwde en meer gebruiksvriendelijke website te promoten gestart een affichecampagne langs de autosnelwegen. Link: www.wegenwerken.be
Guido Van Peeterssen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten