De Prijzen van de Provincie Oost-Vlaanderen voor Letterkunde werden in 2010 uitgeschreven voor proza en voor essay en monografie. Met meerderheid van stemmen stelde de jury aan de deputatie voor de prijs voor proza toe te kennen aan Annelies Verbeke uit Gentbrugge voor haar inzending ‘Vissen redden’. Volgens de jury is dit een roman met een heel herkenbaar thema, dat de auteur door haar nu eens koel afstandelijke, dan toch weer warme, lyrische stijl geloofwaardig weet over te brengen. Op unaniem voorstel van de jury kende de deputatie de prijs Essay en monografie toe aan Johan De Boose uit Beerlegem voor zijn inzending ‘De poppenspeler en de duivelin. Reis naar de schimmen van Kroatië’. De jury was van oordeel dat de auteur in een meeslepende mengeling van fictie en non-fictie, van degelijk historisch werk en verhaal, op een toegankelijke manier inzicht verschaft in een zeer complexe materie. Hij getuigt daarbij van heel wat empathie, zonder echter zijn kritische zin te laten varen, en hanteert een schitterende stijl.
In 2010 werd ook de tweejaarlijkse prijs voor populariserend werk weer uitgeschreven. Met eenparigheid van stemmen stelde de jury aan de deputatie voor de prijs niet toe te kennen, maar wél een bijzondere vermelding te verlenen aan Guido Rappé uit Ursel voor zijn inzending ‘De zee van toen. Een historisch-ecologische verkenning van de zuidelijke Noordzee (1930-1980), uit de mond van Vlaamse vissers’. De jury vond ‘De zee van toen’ een echt populariserend, zinvol en origineel boek, waarin alle mogelijke aspecten van een interessant thema worden behandeld in een combinatie van wetenschappelijke informatie en mondelinge geschiedenis. De auteur is er echter onvoldoende in geslaagd om de wetenschappelijke gegevens en de mondelinge getuigenissen op een bevredigende wijze samen te voegen.
Aan de provinciale cultuurprijzen is een bedrag verbonden van 5.000 EUR, aan de bijzondere vermelding een bedrag van 1.750 EUR.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten