essenscia, de federatie van de chemische industrie en life sciences,heeft vandaag haar duurzaamheidrapport voorgesteld. Twee jaar na het eerste rapport, publiceert de sector de evolutie van 33 indicatoren rond ‘People, Planet, Prosperity en Products’. essenscia is daarmee de eerste industriële sector die de impact van zijn industriële activiteiten en producten nauwkeurig heeft becijferd. Het is een manier om de vooruitgang te meten en prioriteiten te stellen, maar vooral om aan te tonen dat chemie en life sciences een cruciale rol speelt in een duurzame toekomst voor mens en planeet en een belangrijke bijdrage levert aan de welvaart in België. In 2009 zorgde essenscia voor een primeur met de uitgave van een duurzaamheidsrapport. In het rapport van 2011 meet de sector de vooruitgang van dezelfde sociale, milieu en economische indicatoren en enkele nieuwe indicatoren zoals het woon-werk-verkeer van de medewerkers en de bijdrage van de sector tot de overheidsfinanciën. Het rapport is samengesteld volgens de internationaal beproefde methode ‘Global Reporting Initiative’ en is uitsluitend gebaseerd op officiële bronnen om volledige transparantie te waarborgen.
Uit het rapport blijkt de impact van de globale financieel-economische crisis van 2008-2009 uit een heel aantal indicatoren. “Vooral de rentabiliteit van de sector heeft een ferme deuk moeten incasseren. Maar tegelijk hebben de ondernemingen de koers aangehouden en heeft de moeilijke omgeving niet geleid tot mindere prestaties op vlak van duurzaam ondernemen. Een belangrijk signaal dat de lange termijn bij onze ondernemingen de overhand heeft op korte termijn paniekreacties”, zegt Yves Verschueren, gedelegeerd bestuurder van essenscia. Het rapport spiegelt de prestaties van de sector aan de Strategie ‘Europa 2020’ voor een slimme, duurzame en inclusieve groei. Deze vergelijking toont aan dat de chemiesector zich volop ontwikkelt in lijn met de Europese agenda:
- de investeringen in permanente opleiding en vorming: 1,8% van de totale loonmassa (Europa stelt life long learning voorop als basisvoorwaarde voor een sociale groei);
- de scholingsgraad van de werknemers: 38% heeft een universitair of equivalent diploma (Europese doelstelling: 40% tegen 2020);
- de investeringen in onderzoek en ontwikkeling: 15% van de toegevoegde waarde van de sector gaat naar R&D (Europese doelstelling: 3% van het BBP);
- de bijdrage aan het Europese klimaatpakket 20-20-20.
Op milieuvlak is de sector erin geslaagd om de groei van de productie los te koppelen van de emissies. Zo is de absolute uitstoot van broeikasgassen van bedrijven uit de sector gedurende de laatste 20 jaar met 43% gedaald, terwijl het geproduceerde volume met 65% is gegroeid over dezelfde periode. Dit leidt tot een specifieke reductie (per ton product) van 66% over een periode van 20 jaar, met ook een dalende trend in de laatste vijf jaar. Op die manier levert de chemische industrie een cruciale bijdrage tot de klimaatdoelstellingen van Kyoto en van Europa 2020.
De chemie en life sciences-bedrijven in België hebben hun afval aanzienlijk gereduceerd. Ons land vertegenwoordigt 7% van het Europese productievolume van de sector, maar amper 2% van het afval van de chemische industrie in Europa. Bovendien vindt meer dan 80% van het afval een nuttige toepassing als materiaal of als energiebron. Ook op sociaal vlak kan de sector zich duurzaam noemen. De tewerkstelling in de chemie en life sciences is de voorbije 30 jaar nagenoeg stabiel gebleven. Het aantal jobs schommelde tussen 90.000 en 100.000, terwijl de tewerkstelling in de Belgische industrie in dezelfde periode met 340.000 jobs is gedaald. Vooral de positieve ontwikkeling in de farma heeft de tewerkstelling in de sector stevig ondersteund. Veiligheid en risicobeheersing blijven een topprioriteit voor de sector, wat geïllusteerd wordt door steeds dalende cijfers voor arbeidsongevallen en beroepsziekten.
Aan het klassieke drieluik van duurzame ontwikkeling (People, Planet, Prosperity) heeft essenscia een vierde luik toegevoegd over het verantwoord en duurzaam gebruik van producten ‘Products’. Dit hoofdstuk behandelt de impact van REACH en CLP(*) op de consumentenveiligheid, het efficiënt gebruik van de natuurlijke grondstoffen en duurzaam bouwen. Tevens worden verschillende vrijwillige sectorale initiatieven in de kijker gezet, zoals het charter voor ’Sustainable Cleaning’, het project ‘Waste Free Oceans’ voor de inzameling van plastic zwerfvuil op zee en het initiatief om meer klinische testen naar België aan te trekken.
Het duurzaamheidsrapport kwam tot stand in een open en transparante dialoog met de stakeholders van de chemiesector zoals de vakbonden, de Bond Beter Leefmilieu, de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, Business & Society, diverse experts en de academische wereld.
“Deze openheid zit in de kern van dit initiatief. Voor ons kan echte duurzame ontwikkeling alleen maar in dialoog tot stand komen”, beklemtoont Wouter De Geest, voorzitter van essenscia. “Een breed maatschappelijk draagvlak is cruciaal voor de verdere ontwikkeling van de chemie en life sciences in ons land, maar ook nodig om vele duizenden jongeren te winnen voor onze sector. We staan immers voor de enorme uitdaging om het komende decennium 20.000 vacatures in te vullen door het vertrek van oudere werknemers.”
Op vele domeinen boeken de bedrijven uit de sector een aanzienlijke vooruitgang. De resultaten van het duurzaamheidsrapport zijn voor essenscia een teken om, ook in economisch onzekere tijden, de toekomst met vertrouwen tegemoet te gaan.
“Dat vertrouwen hebben we nodig, want de uitdagingen van de toekomst zijn er niet minder om. Met de steun van alle actoren uit de samenleving – de overheden, de vakbonden, de NGO’s, maar ook het grote publiek en in het bijzonder de jongeren – kan onze industrie een voorbeeld van duurzame ontwikkeling in ons land blijven”, besluit Yves Verschueren.
Het duurzaamheidsrapport is beschikbaar op www.essenscia.be onder de rubriek ‘publicaties’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten