woensdag 15 juni 2011

Bouw tweede Zeesluis Terneuzen kan niet op rekening van Gentse havenbedrijven

SeawaysOver een tweetal weken willen Vlaanderen en Nederland een formeel akkoord bereiken over de financiering van de bouw van een tweede zeesluis in Terneuzen. Voor VOKA, dat meer dan 80% van de grotere industriële bedrijven in en buiten de Gentse haven vertegenwoordigt, is dit project van uitzonderlijk groot belang. “Niet enkel voor de verdere ontwikkeling van de Gentse Haven, maar ook voor de economische welvaart van de hele provincie en ver daarbuiten”, stelt gedelegeerd bestuurder Geert Moerman. De realisatie van de tweede zeesluis is tevens een noodzakelijke voorwaarde om ook het toekomstgerichte en milieuvriendelijke project Seine-Schelde-Noord tot een maximaal resultaat te brengen. Voor VOKA hebben de Nederlandse en Vlaamse onderhandelaars de plicht om het project tot een goed einde te brengen. Voor het Vlaamse luik van de financiering dienen de nodige budgetten voorzien te worden om infrastructuurwerken van deze omvang - met een langetermijneffect op de hele ontwikkeling van onze regio - mogelijk te maken. Voor zover de overheid uitgaat van een substantieel deel van de financiering door het Gentse Havenbedrijf, is het voor VOKA onaanvaardbaar dat de lasten finaal via concessie- en aanlegrechten zouden worden afgewenteld op ondernemingen die reeds in de haven van Gent actief zijn of die er wensen te investeren. Dit groot maatschappelijk project dat van strategisch belang is voor Vlaanderen, vergt ook middelen uit de Vlaamse kas.

De Haven van Gent realiseert 25% van de toegevoegde waarde van de provincie Oost-Vlaanderen en is met 70.000 directe en indirecte jobs, goed voor 15% van de tewerkstelling in die regio. Zij genereert twee tot acht maal meer toegevoegde waarde per ton trafiek dan de andere Vlaamse havens. Men kan dus stellen dat de haven van cruciaal belang is voor de welvaart van de hele provincie. De ondernemingen in de haven tekenen in belangrijke mate mee voor de uitvoersuccessen van de Oost-Vlaamse economie: o.a. petroleumproducten, ertsen, producten van metaal, voedingsproducten, veevoeders en meststoffen. Om de ontwikkeling van de haven en van de aldaar gevestigde bedrijven in de toekomst te verzekeren, is de bouw noodzakelijk van een tweede, grotere zeesluis in Terneuzen – de toegangspoort voor de haven van Gent. Dit project moet de toegang tot de Gentse haven mogelijk maken voor de zeeschepen van de toekomst (140.000 ton in plaats van 80.000) en de tijd- en geldverslindende congestie in het huidige sluizencomplex verhelpen. Meteen moet de tweede zeesluis ook het doemscenario verhinderen waarbij het uitvallen van de bestaande Westsluis in Terneuzen, de continuiteit van de hele Gentse bedrijvengemeenschap in het gedrang brengt.

De verwachte effecten van het groots opgezette Europees binnenvaartproject TEN-T (Trans Europees Netwerk voor Transport) is voor VOKA een tweede grote reden om de onderhandelaars aan te zetten snel werk te maken van de bouw van de tweede zeesluis in Terneuzen. Het kanaal Gent-Terneuzen maakt immers deel uit van de corridor die de regio Parijs met Noord-Europa zal verbinden en toegankelijk maken voor grotere binnenschepen. Het hele opzet vergt belangrijke infrastructuurwerken en zal ook een uiterst gunstig milieueffect sorteren door een belangrijk volume aan goederenvervoer van de weg te halen. Hiertoe wordt in Frankrijk een nieuw kanaal gegraven en verder noordwaarts worden waterwegen die aansluiten op dit kanaal aangepast. Dichter bij ons kadert de aanleg van 6 kilometer kaaien langs de Ringvaart in Evergem in dit ambitieuze plan. De opwaardering van het Kanaal Gent Terneuzen via de bouw van de tweede zeesluis past eveneens in dit striven, omdat ze het binnenvaartverkeer veel vlotter zal laten verlopen en voor een betere connectie met de zeevaart zal zorgen. Opvallend is dat de haven van Rotterdam vragende partij is voor een betere binnenvaartverbinding met Noord-Frankrijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten